31. Op naar de Noordelijke IJszee
Door: Manuela
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
01 Augustus 2014 | Noorwegen, Gamvik
Helaas had Gerard niet alleen weer veel gezweten, terwijl het niet warm was en bovendien had hij weer erg veel pijn aan zijn knie. Hij redt zich nog maar amper met de krukken. En dan denkt hij, dat hij vast wel weer zou kunnen rijden… Ja hoor, maar dan wel op zijn eigen nachtmerrie. Zolang hij nog zo’n dikke knie heeft en koorts en veel pijn, mag hij kaart lezen (dat stelt niets voor, want het is meestal ‘volg de Ex voor 200 km en sla dan af naar plek y). Kortom, dat kan iedere vrouw. Hij mag verder het dagboek een beetje bijpennen en fotograferen en verder is het eigenlijk net een sjeik met haremdame, die alles voor hem doet. Dus als hij over een tijdje als heel verwend jongetje thuis komt, dan ligt het hieraan. Sorry jongens, maar dat trekt vast wel weer bij.
Tot mijn grote vreugde zag ik mijn vrienden van de rendierkudde weer voorbij galopperen. Ik blijf het super gaaf vinden en sjeesde ook nu snel naar buiten. Nog één keer naar ons prachtige plekje en die geweldige dieren kijken. Het is zo gaaf!!! Wat zal ik ze missen als we weer in ons eigen koeienland zijn.
Om 12.00 uur reden we dan eindelijk weg en een uur later waren we het gehucht nog niet uit. Boodschappen doen, tanken en water halen. Maar tankstation 1 had geen diesel, bij twee moesten we even wachten en daarna was het zoeken waar we water bij konden vullen. Er kwam een echtpaar aan en ik besloot het hen te vragen. “Hé, hé, (is de Zweedse begroeting) do you speak English?” Ze schudden van nee. “Sprechen Sie vielleicht Deutsch? Weer niet echt een bevestigend antwoord. “Gibt es hier vielleicht wasser?Voda?” “Zeg Herman, wat wil die vrouw?” Ik schoot in de lach en zei: “Nou, die vrouw wil water. Fijn, dat het ook in het Nederlands kan. Ook zei moesten lachen en vroegen waar ik dan water voor nodig had. Nou, ik moet de watertank van de camper bijvullen en heb wel een paar emmers nodig. “En dat ga jij doen?” “Ja, manlief is gevallen en die kan tijdelijk niet uit de voeten.” Maar goed, toen alles weer gevuld was, konden we tegen 13.00 uur eindelijk verder. Ik was al moe voordat we het dorp uit waren, maar ja, dat zei ik maar niet. Wel moest ik lachen om de verbaasde gezichten van een aantal mannen bij het drukke tankstation. “Gaat dat vrouwtje in dat korte rokje in die bak rijden?” Ja dus!
De eerste 40 km slingerden langs de uiteinden van een prachtige fjord. Zeker ook, omdat er mooi zacht strijklicht over het omringende groen scheen. De weg is niet veel soeps. Telkens van die borden met bulten erop. Ik dacht altijd dat het hobbels in de weg of verboden voor toples zonnen was, maar nu heb ik de betekenis eindelijk door. Elke keer als je hier stopt en later weer instapt heb je er weer 5 bulten bij. Die rotmuggen ook.
Ook vandaag verbaasden we ons erover dat het landschap zo snel veranderde. Het werd steeds kaler en de berkenboompjes steeds kleiner. Het waren echt dwergkreupelberkenbosjes. Prachtig woord voor galgje, al zeg ik het zelf. Wauw! Alweer een fjord en hoe komen ze hier aan dat prachtig tropisch aandoende water? Het is notabene een uitloper van de Noordelijke IJszee? Maar goed, samen met het tere groen op de omringende bergen was het weer een schitterend gezicht. Later zagen we ook meren die helemaal donkergroen waren. Het lijken soms wel cocktails. Alleen de ‘bloody Mary’ hebben we gelukkig niet gehad.
De bergen worden steeds kaler. Soms zijn het bijna loodrechte staalgrijze gevaartes, waar niets op te bekennen is en al helemaal geen rendier. Maar even later is het landschap weer schitterend groen in allerlei schakeringen en liggen er weer kleine, rimpelloze blauwe meertjes tussen. En dan dat supergroene gras, wat we bij vlagen aantreffen. Zeker als er dan hele boeketten uitbundig bloeiend wit moerasgras in staan, vind ik dat weer een super plaatje. En natuurlijk die paars, roze bloemen. Daar blijf ik heel vrolijk van worden. Op de een of andere manier raken ze me. Zeker als er weer zo’n veld vol van staat. Het lijkt wel of ze in dit gebied ook donkerder zijn, maar dat is alleen maar mooier.
Ook hebben we een hele tijd door een soort maanlandschap gereden. Alleen maar bergen, heuvels en vlaktes vol met stenen, die dan licht begroeid waren met een wit, roze of groen mosje. Echt heel bizar. Maar door welk landschap we ook reden, het was allemaal even fantastisch. Het was ruig, rustig, puur en superongecultiveerd. Soms een auto, zelden een huis en een dorp was een uitzondering. Heerlijk! Hoe desolater, hoe beter wat mij betreft.
De camper heeft het zwaar. Net als de bestuurder. Het valt niet mee om al die steile hellingen te beklimmen en de bestuurder is zo vreselijk moe. Eigenlijk was ik dat al bij 75 km, maar ja, ik wilde vandaag wel de niet toeristische versie van de Noordkaap halen. Dat is bij de plaats Gamvik, zo’n 100 km oostelijker. Maar na dik 250 km door voornamelijk niemandsland kwamen we dan toch in Gamvik aan. Maar wat gek, er staat niet één camper. Zouden we de enige zijn? Maar we konden niet echt een plekje vinden om te parkeren. Gerard keek eens op de kaart. “Oh, we hadden bij Gamvik naar Slettby gemoeten. Gelukkig was dat maar 4 kilometer verder. We hadden zwaar tegenlicht en ik ben net te klein om baat te hebben bij de zonnekleppen en ineens zag ik iets over de weg schieten. Heel langzaam reed ik verder. Zat er een vos in de kant! Gelukkig was hij veel te nieuwsgierig om hard weg te rennen en het kleine stukje wat hij terugliep was prima met de zoomlens te overbruggen. Gaaf! Even later zagen we vlak bij de vuurtoren aan het eind van de Europese wereld een groepje rendieren lopen. We besloten er voorzichtig achteraan te gaan. Nou, dat was maar goed ook, want anders had ik dat lange gravelpad niet gereden en laat dat nu net uitkomen bij de andere vuurtoren en een kleine parkeerplaats waar we nu samen met een paar andere camperaars staan en wat auto’s van sportievelingen die hier een avondje gaan wandelen of zelfs een nachtje blijven slapen. Of ze willen gewoon een mooi plekje om de zon net niet onder te zien gaan en dan meteen weer op te zien komen! Tja, een goede plek hebben wij ook wel, maar het is net boven zee zo bewolkt, dat wij het schouwspel vanavond niet denken mee gaan maken. Volgens onze Duitse buurvrouw was het gisteren voor het laatst op de Noordkaap dat je dat schouwspel van de net niet ondergaande zon zou kunnen ervaren. Wel gloeiende, dat zou toch wel heel jammer zijn!
Maar goed, dat zien we zo wel. Om 21.00 uur kwamen we hier zwaar uitgeput en verkrampt aan. Het was een prachtige tocht, maar oh, wat was ik vreselijk moe. Maar ook supertrots dat ik dat hele eind door die bergen gehaald heb. 260 km lijkt niet veel, maar met een oude camper continu door de bergen met veel steile hellingen, slecht wegdek en veel bochten, was het een behoorlijke klus. Het was puur afzien en wilskracht. Heel veel wilskracht. Ik wilde het gewoon halen, want dan hadden we twee kansen op het fenomeen van de niet ondergaande zon.
We hebben Zwitserse kaassoep met tapas, Hollandse asperges, Turkse humus en Griekse wijn gecombineerd en ik moet zeggen; we hebben heerlijk gegeten! Al mijn fut is het raam uitgewaaid en Gerard heeft veel pijn. We gaan zo heel even een klein stukje proberen te lopen om te kijken of er nog iets zonnigs door de wolken om de hoek schijnt, maar zoals het er nu naar uitziet, ziet het er veel te bewolkt uit en gaan we het zonnefeest niet meemaken en duiken wij vroeg de koets in. Klaas, kom maar door met die zak zand, want ik wil heel graag en heel lang slapen. En morgen gaan we lekker pootje baden in de Noordelijke IJszee. Daar moet mijn voet toch wel van afkoelen en zo niet klinkt het toch heel cool!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley