44. Bijzondere contacten in Pompeï
Door: Maan
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
09 Oktober 2016 | Italië, Pompei
We stonden gisterenavond en vannacht heerlijk rustig en waren dan ook verbaasd dat we gewekt werden door herrie. Jemig, komt er een camper met twaalf ADHD-kleine Italiëner naast ons staan in alle vroegte of zo? Nou, dat was niet eens zo’n slechte gok. Het waren twee busjes vol Italiaanse en/of Japanse toeristen, die de camping als parkeerplaats mochten gebruiken. Nee hè!
Omdat ik door de lange dagen van gisteren en eergisteren nogal verkreukeld aanvoelde en minstens twee maten te heet gewassen, zucht, gingen we pas rond de middag weg. We besloten de camper nog een nachtje hier te laten staan en gingen met de cabrio op pad, wat een eitje zou moeten zijn, want precies de ingang die we vandaag wilden hebben, ligt er zo ongeveer tegenover. Kijk, dat is nog eens mooi geregeld. Maar voor we er naar binnen gingen waren we al vastgelopen in de fuik van handelaren waarvan sommigen je het liefst hun kraam in zouden willen trekken. Wij hadden echter allemaal leuke contacten. We wilden graag een boek van Pompeï en een man had er zelfs eentje in het Nederlands liggen. Wauw, dat is mooi. Ik vroeg hem, of hij misschien ook Nederlands sprak, toen hij het over de prijs had. “No, I don’t.” Hij zei dat ik toch ook geen Arabisch sprak, waarop ik ‘nehem’ zei. Dat betekent ja. Hij was perplex en schoot daarna in de lach. De rest kon ik niet meer volgen. Ik weet alleen maar ja, nee en dag. Maar toch. Ik kreeg wat ik wilde hebben, meteen voor een stuk minder geld en hij kwam ook nog met een geluksbrengertje aan en hoopte dat ik snel weer zou kunnen lopen. Dat was lief.
Even verderop hadden we alweer een leuk contact. Dit keer met iemand uit Egypte, waar we eigenlijk gewoon een paar ansichtkaarten voor in ons rijdend museum wilde kopen. We raakten aan de praat, hij wilde graag meer verkopen (wie niet, smiley) en kwam ook al met een geluksdingetje aan. Inmiddels hangen er nu twee aan mijn opblaaspoot. We hoefden niets te kopen, maar of we alsjeblieft eventjes kwamen kijken. Nou, dat vond ik geen straf, want hij had turkooizen armbanden liggen en daar was ik al een hele tijd naar op zoek. Niet dat hij dat hoefde te weten. We raakten aan de praat. En al gauw niet meer oppervlakkig. Het was een ontroerend gesprek en hij vond mij een prachtig mens. Hij zei steeds maar, a masterpiece of God. Ja, ja, het zal wel, maar stiekem ontroerde het me hevig. Hij hoopte dat ik kinderen had, die op me leken. Ai, dat had hij niet moeten zeggen, daar klap ik op dicht. Dat merkte hij. Hij vond het heel erg voor ons en ging meteen een armbandje halen, wat hij om mijn pols deed. We hadden al spontaan mooie kaarten van hem gekregen, hij wilde blijven praten, want de meeste mensen maken geen echt contact, kijken wel maar zien niet, maar ik deed dat wel. Dat vond hij mooi. Hij vond ogen de spiegels van de ziel en iets raakte hem. Inmiddels zat ik met een stapel armbanden op schoot en twijfelde tussen twee hele mooie. Hij zei: ”Zeg maar wat je er voor geven wilt, ik kan jou niets meer weigeren.” Nou, dat klopte aardig, want ik kreeg ze voor een dijk van een prijs! Wat een ontroerende ontmoeting en wat een mooie armbanden. Dank je, lieve Mido!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley