64. Hattusa
Door: Manuela
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
31 Augustus 2008 | Turkije, Boğazkale
Hoewel Hattusa, eens de hoofdstad van de Hettieten, één van de belangrijkste opgravingen van Turkije zou moeten zijn, was het er zowat uitgestorven. We kwamen onderweg slechts één kudde koeien en een koppel ganzen tegen.
Omdat de Hettieten hun gebouwen optrokken middels vakwerkbouw met lemen tegels op basis van steen, waren er voornamelijk nog funderingen te zien. De stad lag in een gebied dat er stokoud uitzag. Grote, totaal verweerde stenen waar water en wind al eeuwen vrij spel hebben in een geel en gortdroog landschap. Het had wel wat. Zeker als je nagaat dat dit volk al in Genesis voorkwam. Dat maakte het voor ons nog net iets indrukwekkender.
Wij begonnen onze toch door deze antieke en zeer tot de verbeelding sprekende stad bij de Grote Tempel. Deze was gebouwd ter ere van de Weergod van de Hatti’s en zijn vrouw, de zonnegodin Arinna. Op het infobord stond een indrukwekkend plaatje van hoe geweldig het er ooit uitzag, maar wij moesten het doen met slechts stenen funderingen, waar af en toe gaatjes in zaten. Inmiddels weten wij dat er dan een deur in had gezeten. Het doolhof waar wij in terechtkwamen, bleek het complex van maar liefst 78 voorraadkamers te zijn. In één ervan stonden nog 3 metershoge voorraadpotten waar ooit wijn, olie en graan in bewaard werden. Nu hadden ze alleen nog onkruid in de aanbieding. Verder zagen we nog 5 verkopers die meteen uit hun hinderlaag renden toen wij in beeld kwamen. We werden belaagd door ‘Hettitische' leeuwen en stierensymbolen, hiërogliefentabletten, nagemaakte stempels en kettingen. Of zouden dit slechts lokmiddelen zijn voor jonge meisjes? Zouden loverboys afstammen van de Hettieten en zo aan hun vrouwenvoorraad komen? Geld verdienen of een meisje paaien, met hun ‘souvenirs’ konden ze hiermee alle kanten uit. Bij ons is het allebei niet gelukt. Moeten ze maar niet zo hinderlijk aanwezig en opdringerig zijn.
Na een kort tochtje langs vele tempelruïnes door het desolate, maar prachtige landschap met bijpassend weer (smoorheet en een keiharde, koude wind) kwamen we aan bij de indrukwekkende leeuwenpoort waar één van de twee leeuwen nog helemaal intact was. Met een wijd opengesperde muil en grote ogen, die vroeger met diverse materialen ingelegd zouden moeten zijn, zou hij passanten af moeten schrikken. Het schijnt een typisch Hettisch verschijnsel te zijn. Wij durfden er wel doorheen. Maar ai, hadden we het maar niet gedaan. Achter de verdedigingsmuur bleken weer een aantal jongens te zitten met hun koop- of lokwaar, die meteen achter ons aan kwamen lopen. Wel verdorie, laat ons toch met rust! Op een gegeven moment zag ik er één met Gerard praten. "Oh nee, ik word hopelijk niet ingeruild?" Gelukkig is meneer blut en beheer ik vandaag de poet. Het kan wel eens in mijn voordeel werken. Ik geef niets af zolang wij in Hattusa lopen, dat moge duidelijk zijn.
Dat hier minstens 30 tempels op zo’n klein gebied gestaan hebben, is niet zo verwonderlijk. In antieke geschriften of kleitabletten werd Hattusa al vermeld als de stad van de duizenden goden. Ze hadden hier vast voor ieder probleem een oplossing. Ik snap eindelijk waarom het in Holland altijd van dat prutweer is en hier niet. Hier staan nog heel wat restanten van tempels ter ere van de vele weergoden!
Even verderop passeerden we Nisantepe, wat beschreven steen zou betekenen. Tja, die steen hebben we wel gezien, maar of en wat er opstond? De inscripties waren helaas erg verweerd. Je zag wel wat reliëf, maar absoluut niets duidelijk. Maar het idee, dat we nu hiërogliefenschrift gezien hadden, vonden we toch wel wat hebben.
Inmiddels waren Snip en Snap veranderd in koortsige en niet meer vooruit te branden dweilen. “Nou jongens, als hier toch zo veel goden zijn, laat mij dan nu maar eens iets echt bijzonders zien of vinden! Ik kan wel een ‘teken’ gebruiken..." Terwijl Gerard foto 188 van een hoop stenen stond te maken, sjokte ik een niet aangegeven paadje de andere kant op. Na een tijdje, zag ik iets achter tralies staan. O, alweer een poort. Best aardig, vooral omdat hij nog helemaal intact was en mooi rondliep. Knap werk trouwens, hoe ze zoveel jaar geleden al zulke poorten met van die grote stenen konden maken. Hoewel ik eigenlijk niet verder wilde, gingen mijn benen toch op de een of andere manier tot pal tegen de tralies aan. En wat denk je? Zie ik net ontdekte, kakelverse en goed leesbare hiërogliefen! Wauw! Ik ging helemaal uit mijn dak. Echt supergaaf! Wat een teken ook weer. Ik zeg maar niets.
Nadat we hier lyrisch een aantal digitale kopieën van genomen hadden, sleepten we ons moeizaam weer voort naar de camper. Nu alleen de acropolis nog, die we van afstand al hadden gezien. “Ga jij maar even alleen, ik wacht hier wel.” O, dat wou Gerard net tegen mij zeggen. Jammer maar helaas, maar wij gaan de burcht dus niet op. Het is toch alleen maar weer een fundering. En de grote voorraad kleitabletten die hier is gevonden, hebben ze toch niet laten liggen. Dat zou toch wat zijn. Loop je nietsvermoedend in een burcht of tempel en doe je ineens een dijk van een ontdekking!
Hoewel we dus inmiddels op ons tandvlees liepen, besloten we toch nog even een paar kilometer door te rijden naar de Yazilikaya, ofwel ‘de beschreven rots’. Dit was zeer waarschijnlijk het belangrijkste heiligdom van Hattusa en bestond uit twee verschillende rotskamers. In de Grote Kamer zagen we twee processies van goden en godinnen afgebeeld. Deze optochten leidden naar het grote reliëf waar vooraan, op de nek van twee berggoden Tesjup stond, de grote god van het weer. Tegenover hem staat zijn vrouw Hepat (de zonnegodin) op een panter. Daarachter volgen hun zoon en twee dochters. Wauw, dit was best heel goed bewaard en zeker groot en indrukwekkend. Extra fijn dat er verder ook niemand was. In de ernaast gelegen Kleine Kamer zagen we nog een aantal reliëfs, een ‘schilderij’ van de twaalf goden (voor iedere maand één) en een afbeelding van de god Sjarumma, die de koning omarmt. We waren heel blij, dat we ons hier nog heen gesleept hadden. We hebben op onze reizen al best veel gezien, maar dit was helemaal nieuw. Gaaf!
Daarna was het even snel water, brood en veel pakken soep halen en meteen plat. Gerard bleek ineens hoge koorts te hebben: 39.5! Oeps, hier moet snel iets aan gebeuren. Snel ons wijze boek geraadpleegd en een flesje eupatorium gemaakt. Hopelijk helpt het snel, want dit gaat helemaal niet goed. Tot overmaat van ramp was ik ook weer in elkaar geklapt. Het is de laatste dagen wel ‘de lamme helpt de blinde’. Wat een pech. Nu is Geertje doodziek en we staan al 8 dagen ziek bij een tankstation. We moeten snel opknappen want binnenkort worden wíj ook nog als attractie van Hattusja vermeld. We hebben nu al zoveel bekijks...
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley