102. De lucht is uitverkocht
Door: Manuela
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
30 September 2008 | Turkije, Narman
Na een prachtige ochtend vol schitterende natuur, besloten we eventjes te gaan eten op een rustige parkeerplaats. Er stond alleen een hutje van zeil op palen en het was niet dicht bij een dorp. Hier komt vast niemand. Maar schijnt bedriegt nog weleens en zo ook vandaag. De motor was nog niet uit of er kwam al een mannetje uit de zeilconstructie gekropen. Néé, niet weer! Gauw de deuren op slot en de gordijntjes dicht. Wij zijn er even niet, time-out! Door een kiertje zagen we, dat hij rondjes om de camper ging lopen. Op een gegeven moment, ik dacht net dat hij weer in z’n hut zat, had ik een gordijntje een stukje opengeschoven, om te zien waar m’n brood precies lag. Staat hij ineens met z’n neus platgedrukt tegen het raam en schreeuwt met een vette grijns: “Merhaba!” (hallo). Ik schrok me rot. Wat een gek! Omdat wij niet echt reageerden, liep hij gelukkig wel weer door. Blij toe, maar desalniettemin wilde ik hier toch snel weg. Ik krijg het helemaal op mijn zenuwen van die Turken zo langzamerhand.
Zodra Gerard in de cabine verscheen, kwam het kereltje er weer snel aan gelopen. Hij zat duidelijk op scherp daar achter z’n zeiltoko. Hij gebaarde dat er iets met de camper aan de hand was. “Wat? Lekke band?” Dat was het gelukkig dan niet, maar de achterband was inderdaad heel erg zacht. Iemand had aan het ventiel gezeten. We dachten al wel dat die rotkinderen van afgelopen zondag bij het kerkje wat geflikt hadden, maar konden het toen niet zo 1-2-3 ontdekken. Oppompen lukte niet vanuit de camper, dan maar naar een tankstation.
Omdat de man lang niet zo irritant was als we vreesden, dacht ik er wel even uit te kunnen om een fotootje te maken van zijn veld vol bijenkasten. Even later kwam hij er weer aan. Of we thee wilden? Ach, de man was toch best aardig en volgens ons ook wel heel eenzaam. “Goed dan.” En zo waren wij even later ook onder zeil.
Via een bruggetje konden we het hutje betreden, dat een veranda had - inclusief aantrekkelijke ligbank - die groter was dan het hele spul binnen. Binnen stond een bed waarop een gigantische stapel dekens lag. Na vannacht begrijpen wij dit heel goed. Verder stond er tegen de wand een keukentafeltje met 2 stoelen erbij. In een andere hoek had hij een keukentje gemaakt met een voorraadkastje, een gaslamp en een kooktoestelletje waar de theepotten al op klaar stonden. Theezakjes worden in Turkije nergens gebruikt. Ze gebruiken allemaal twee potten op elkaar. In de bovenste zit de thee, waar je een klein beetje van in je glas krijgt en dat wordt dan aangevuld met kokend water uit de onderste pot. Zelfs hier ging het er zo aan toe. En daar zaten we dan weer: in een donker hutje in niemandsland bij een man aan tafel, waar we zeker de helft niet van begrepen. Na de thee bedankten we hem hartelijk en gaven hem een rol koekjes, die hij aanvankelijk niet wilde aannemen.
“Wij ay, siz koekjes”, waarop ik hem de rol gewoon in z’n handen drukte en z’n vingers er omheen vouwde. Hij was er helemaal ontroerd van en voor ik het in de gaten had, hing hij al om m’n nek en had ik 3 zoenen te pakken. Oeps. En Gerard tot zijn stomme verbazing even later ook.
In het gehucht, 10 kilometer verderop, zou een tankstation moeten zijn volgens de man. Dit klopte. Alleen was de lucht net op. “Ja hoor, natuurlijk, de lucht is op!” Die zin is nog te gek voor Bananasplit! Geen benzine en geen water hadden we al eens meegemaakt, maar dit was echt nieuw. Wel bood de pompbediende meteen thee aan. Hij vertelde, dat er zo’n 500 meter verderop nog een station was, waar ze vast nog wel wat lucht zouden hebben.
Eh, bedoelt hij soms dat schuurtje waar al die banden naast liggen en met die oude, verroeste badkuip voor de deur? Dat lijkt me niet en bovendien is het geheel hermetisch afgesloten. De twee mannen aan wie we het vroegen, verwezen ons door naar een tankstation zo’n 30 kilometer verderop. “Maar we rijden al zowat op de velg!?” “Ja, dat is waar. Wacht hier maar even, de chef is aan het eten. Wij gaan hem wel even ophalen.” En ja hoor, aldus geschiedde. Even later kwamen ze met een derde man terug, die de toko opengooide. Tot mijn stomme verbazing kwam er iets met een slang uit, wat er hoopvol uitzag. Hij was echter te kort. Maar na 3x steken - we stonden zowat in de deuropening - en een paar minuten wachten tot er druk genoeg was, was het euvel dan toch verholpen. Geweldig! En vandaag is het grote Suikerfeest nog wel begonnen! Een nationale feestdag, zo niet feestweek hier in Turkije. Iedereen eet volgens mij alleen maar snoep. Wat een service dat die man dan toch meteen kwam. En het kostte niets. De handvol snoep die ik gaf - je ziet, we zijn al helemaal verturkst (heb zelfs al een paar hoofddoeken) - werd gelukkig wel enthousiast aangenomen. Hij blij, wij blij!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley