50. Het blauwe oog
Door: Maan
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
18 Oktober 2019 | Albanië, Krongj
De helling naar de camping was nogal steil en we moesten bovenaan aangekomen ook meteen de bocht om. Lekker is dat met een koude motor. Maar de tweede keer is het toch gelukt. We kwamen twee joggende Japanners met sjaal en mondkapje tegen. Die zijn hier ook niet echt opgeknapt, zo te zien. We bleken aan de rand van de stad Sarande te zitten. Het viel niet mee om hier een foto van de kust te maken, zo volgebouwd is het! Echt jammer, want de gewone Albanees kan hier volgens ons nergens naar het strand. Elke vierkante meter is privé!
Net buiten Oost-Sarande zagen we een golfplatenconstructie omringd door veel afval. Er liep een aantal zigeuners. Jemig, nog een hutje en nog een! Hier bleek dus een Roma-nederzetting te zijn. Stiekem zou ik er toch wel eens willen rondlopen. Het opperhoofd zat voor zijn hutje in een krakkemikkig stoeltje en zwaaide vriendelijk terug. Wat een gribus. Stapels banden, ergens anders weer een hoop hout en ook een hele berg schroot. Een half dak van een auto en bergen afval. Ze lijken hun eigen vuilstortplek te hebben. Bij één hutje stond een groot fornuis buiten. Hopelijk staat er binnen ook iets, wat warmte afgeeft. Hoe moeten ze hierin de koude winters overleven? Ergens anders waren mensen riet in een auto aan het laden, een vrouw deed de afwas op een stuk beton, wat waarschijnlijk haar aanrecht was. Er hingen hier en daar wat kleden en gordijnen – zou dit de deur zijn? – en er stonden wat oude auto’s. De nieuwere had geen kenteken. Ai, dat hebben we in Albanië al een paar keer eerder gezien. Zou er daarom steeds zo veel politie controle zijn?
Niet al te veel later passeerden we het zoveelste verlaten tankstation. Er stonden nog wat pilaren en een dak en het binnenwerk van een pomp. Best apart. Even verderop stroomde er aan de andere kant een kaarsrecht kanaal met superhelder water. Dat moest uit de bron komen, waarnaar we onderweg zijn! We gaan namelijk naar Syri i Kaltër, ofwel het ‘blauwe oog’. De doorgaande weg was best goed, maar de laatste twee kilometers waren echt weer ploegen, zwoegen en zweten. Wat een kuilen! We gingen steeds heen en weer en de koebel, die we onlangs in Gjirokaster hadden gekocht bleef maar bellen. Nou, dan weet je genoeg, hoe de wegen waren. Het leek wel alsof er een ijscowagen achter ons aan reed!
Halverwege zaten een paar mannen in een oud, houten hutje met verweerde palmbladerenparasol. We moesten een paar euro betalen om het natuurpark in te mogen. De aftandse slagboom ging omhoog en we hobbelden en klotsten weer verder. “Wauw! Gerard, moet je kijken! Wat een gaaf meer! “ Donkerblauw, kraakhelder water waar van alles in en omheen groeide. 10 minuten later konden we onze arme camper parkeren en was het nog maar 50 meter naar de bron.
We liepen over een oud bruggetje, waar de verf al vanaf bladderde, maar alle planken al dan niet versterkt er gewoon nog lagen. “Wauw! Dit is echt keigaaf!” Hoge bomen die zich verhieven in en om het kristalheldere water, veel waterplanten en alles was groen en mysterieus! Daarna liepen we door het welig tierende groen van struiken en bomen om even later dan bij het beginpunt van de rivier uit te komen. Dit was een meertje, waarin aan de overkant de bron lag.
Het water komt hier onder hoge druk uit de bron, die wel meer dan 50 meter diep is. Het is de meest waterrijke bron van Albanië met 6 kubieke meter per seconde. In de zomermaanden is deze locatie zwaar favoriet onder de locals om er te picknicken bij het verkoelende water en de schaduwrijke bomen. Het water heeft vooral als de zon erop schijnt een helder diepblauwe kleur. En door de lichte kleur van het kalksteen op de achtergrond zit er ook soms heel lichtblauw water tussen. En daarom wordt het hier het Blauwe Oog genoemd.
Een aantal meter recht boven de bron was een uitkijkplateau gebouwd, maar aangezien alle planken weg waren, hadden ze al halverwege die plek een hek geplaatst. Wel verdorie, ik wil het wel graag goed zien en die fantastische blauwe kleuren erop krijgen. Sommige stoere jongens gingen even pootje baden en dat leek mij ook wel wat. Poot uit, camera om en gaan. Ik ben helemaal naar de overkant gegaan (als enige) en hoop dat de foto’s het waard zijn. Het glasheldere water is echter wel verraderlijk. Dan denk je dat je bij je volgende stap ongeveer tot net boven je knie nat zal worden, sta je zowat tot je middel in het water! Maar dat boeide me niets. Het was toch heerlijk weer! Ik zou er het liefst even helemaal in willen gaan. De mensen en een nat pak konden me niet schelen, maar ik wist niet of het mocht. Zeker ook omdat het een nationaal park was.
De sfeer was fantastisch, de kleuren, het weer en de mensen ook. Iedereen was blij, we ontmoetten nog een paar keer een stel Nederlanders en het was gewoon jammer om hier na 2x plonzen weer weg te gaan. Een stukje verder was een heel smal paadje door het struikgewas. Ik krijg echt een kik van dat water hier. Eerst de witte kiezels, dan al het groen in en om het water en dan dat prachtige ijsblauwe en ook donkerblauwe water. Toen er even niemand langskwam heb ik me er heerlijk tot en met mijn schouders in laten zakken. Zalig! Ik kon hier echt nog wel een tijdje blijven! Zo lekker, zo koel! Ik lig gewoon in heerlijk mineraalwater! Zie je wel dat het bij ons niet alleen maar bier is!”Maar ja, er staat nog meer op het programma en dus kwam ik er al vrij snel weer uit. De mensen die we tegenkwamen moesten lachen, toen ze me druipend zagen staan. “Hi, how are you?” “Really, very, very happy!” En ik liep weer met een big smile verder.
Aan het begin van het pad stonden nog een aantal huisjes, die vroeger van hoge partijbonzen uit de tijd van het communisme geweest waren. Er was ook een drijvend en overdekt platform waarvanaf je schitterend kon fotograferen! Wat een plek! Echt een stukje paradijs op aarde!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley