126. Gek op Hollanders
Door: Manuela
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
14 Oktober 2008 | Turkije, Adıyaman
Zelf waren we eigenlijk ook wel aan wat te eten toe. We hadden al die tijd geen geschikt plekje gevonden om te lunchen en op een gegeven moment dachten we het laatste stukje middag wel te kunnen overbruggen tot het avondeten. Die Turken eten de hele dag niet, dan zou één middagje ons vast ook wel lukken. Maar dat viel nogal tegen. Het begon ons van de ene op de andere minuut ineens behoorlijk op te breken. Snel een pitstop op de vluchtstrook voor een broodje salami. Qua kleur zag het er niet echt je-van-het uit, maar het had de heerlijke smaak van rauwe bonen. Tjonge, we vielen zowat flauw en waren helemaal wie-wa (Hardinxvelds voor gammel).
Even later zagen we de Ataturkstuwdam in de Eufraat van bijna 800 km² groot. Hij is met zijn 2 km lengte en diepte van 200 meter met stip de top 5 van grootste dammen ter wereld binnengekomen. Voor dit project moesten maar liefst 50.000 mensen verhuizen. Door deze dam en irrigatietunnels kan er eindelijk water in de droge, Mesopotamische vlakte komen.
Vlak voor en later naast ons reed iemand in een groen busje, die gebaarde dat we bij hem moesten komen eten en drinken. Wij wilden eigenlijk net stoppen om een foto van het meer te maken, maar deden dit nu spontaan nog maar even niet. De man zette zijn auto aan de kant en gebaarde driftig naar ons (wat een pleonasme voor een Turk) dat we híer moesten stoppen om een foto te maken. We nemen hem wel rustig rijdend uit het raam en parkeren een stukje verderop wel ergens.
We stonden nog maar net stil of de opdringerige idioot parkeerde zijn groene gevaar strak voor ons, sprong eruit, liep naar ons toe en begon op de deur te roffelen. Die moest open. Nou, dat dacht ik niet. Hij vroeg waar we vandaan kwamen. “Hollanda.”
“Oh, Holland. Echt waar? Geweldig! Ik vind Hollanders zo leuk, ben er hartstikke gek op.”
Ja, ja, dan zou je toch moeten weten dat NL op het kenteken Nederland alias Holland is?
Hij wilde weer veel te veel weten en ook waar we naartoe gingen. Nemrut Dag zeker? Hoewel dit helemaal klopte, zeiden wij van niet. Waar gaan jullie overnachten. Adìyaman? Ai, alweer goed. “Nee, dat doen we niet, we moeten nog heel ver rijden want we gaan naar huis.”
“Dan kunnen we wel wat gaan kletsen in een café hier”.
Nou, wat verheugen we ons hier op...
En na elke zin wilde hij telefoonnummers en adressen uitwisselen. We kregen verdorie ons raam niet eens dicht zonder zijn vingers te kneuzen. We zeiden geen huis te hebben, en dus ook geen e-mail. We zijn er toch nooit. En telefoon hebben we ook niet. De sukkel! Zowel onze visitekaartjes als mobiel lagen gewoon op het dashboard... Maar wat een vreselijk opdringerig type weer. “Hebben jullie dan wel pen en papier dan kan ik mijn nummer voor jullie opschrijven?” Gezellig! Nee, dat ligt helemaal achterin. Na hem dan zijn telefoonnummer op te hebben laten schrijven (hij moest zelf maar pen en papier uit zijn eigen auto gaan halen) waren we eindelijk van hem verlost. Voor de zekerheid hebben we maar een paar kilometer extra langzaam gereden en ook een tankstation vóór Adìyaman genomen. Uiteraard had ik intussen een foto van hem, zijn bus en het kenteken genomen. Je weet maar nooit. Verbazingwekkend hoeveel platen slechts één persoon voor zijn hoofd kan hebben.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley