146. Een blije sergeant
Door: Manuela
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
02 November 2008 | Turkije, Ayaş
Al snel wilde Julia weer vertrekken, omdat ze zaken te doen had in de stad. Lees: zichzelf verlagen, smeken en bedelen om het stageld voor het einde van de maand rond te krijgen. Ik kon ons plan toen niet langer voor me houden en vertelde dat we een verrassing voor hen in petto hadden: 500 lira! Hierop reageerde ze zowel blij als lauw. Heel vreemd. In ieder geval kon ze nu nog wel even blijven zitten. Een uurtje later kwam Mehmet haar halen, omdat het bezoek er zou zijn en namen wij een duik. Het is hier gelukkig nog steeds schitterend weer.
Na ons zwemuurtje kwam Juul weer terug. Ze vertelde dit keer een stuk uitgebreider over de aardbeving, hun trouwen, al die overleden familieleden, Mehmets vermissing, het ziekenhuisjaar, het leven in de tent en later onder de lappen en sinds een paar jaar dan gelukkig een caravan. Hun leven is traumatisch zwaar geweest en is het eigenlijk nog steeds. Zó kunnen we hen hier echt niet achterlaten!
Tegen vijven reden we naar de stad om 500 lira voor ze te pinnen. Daarna hebben we een mooie, hoopvolle kaart voor hen geschreven. Voorzien van het geld, de kaart, bloemen, kipvleugels, een fles raki en een zak chips liepen we blij naar hen toe om alles te overhandigen en op hun nieuwe toekomst te gaan proosten.
Helaas was de Sergeant (haar bijnaam omdat ze heel bazig kan zijn) allereerst erg afwerend. “Nee, we gaan niets drinken”. Ze was moe en moest weer vroeg naar bed. Morgenmiddag uit haar werk zouden we wel proosten. We konden niet binnenkomen. Wat gek? Zou Mehmet misschien dronken zijn? Maar nee, dit bleek gelukkig niet het geval te zijn. Dat zagen we wel toen hij even later ook naar buiten kwam. Omdat ik het geld niet zomaar wilde geven, en zij in het donker de kaart niet konden lezen, heb ik deze bij het gammele buitentafeltje toen maar voorgelezen.
Toen ze de tekst hoorde en het geld aannam, brak ze. Dit verbaasde ons, want vanmiddag wist ze al dat we het zouden geven. Maar nu het werkelijkheid was en ze de briefjes zelf vast kon houden, kon ze haar geluk niet op en vloog me om de hals, barstte ze in tranen uit en bedankte ons uit de grond van haar hart. Niet één keer, nee, wel tien keer. Ze bleef ons maar omhelzen en zoenen. Ook Mehmet omhelsde en bedankte ons. Het is meer dan fijn om hen zó ontzettend blij te zien. Dit doet ons goed en wij kunnen het heus wel missen.
Ik vond het bijzonder ontroerend en mijn hart brak gewoon voor ze. Enerzijds voel ik me gelukkig en in de zevende hemel, heerlijk om iemand zo blij te kunnen maken! Anderzijds is het ook beschamend dat de medemensen hen zo harteloos hebben laten creperen. Wij hebben toch maar mooi geluk dat we in Nederland zijn geboren en getogen. Wij zijn hierdoor echt niet beter of meer dan zij. We hebben het alleen veel beter. Diep geroerd namen we van elkaar afscheid. Ik zou altijd haar kleine Schwesterchen blijven en bij die woorden viel ze me alweer om de hals. Zij doet mij ook veel. Aan het einde zei de Sergeant tegen Gerard: “Gerrie, nehmen Sie die Soldat mit nach Hause. Jetzt gehen wir allen schlafen.“
“Jawohl Sergeant! Bis morgen!“
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley