77. Wat een geweldige toegift!!!
Door: Maan
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
25 September 2017 | Bosnië en Herzegovina, Mostar
Onderweg zagen we enorme autokerkhoven langs de weg liggen. Wauw! Echt apart! Volgens mij is dat best een geinige plek om foto’s te maken. Ook zagen we veel gebouwen, die zwaar te lijden hadden gehad onder de burgeroorlog. Wat een gaten! Verder best veel zwaar verouderde flats, waar de armoede van het balkon droop.
Het was niet al te ver rijden naar Mostar en na ruim twintig minuten reden we over een brug, waar we al een aardig voorproefje van de stad kregen: een mooi blauwgroen riviertje, vele minaretten en op de achtergrond hoge, donkergroen gestoffeerde bergen.
Al snel werden we aangehouden. Of we wilden parkeren? Nou, dat leek ons wel een optie, ja. Hij vroeg € 7,50 euro voor twee uur. Belachelijk. We reden dan ook door. Nog geen twintig meter verder sprong er alweer iemand voor de camper. Wij dachten, dat het vast wel weer dezelfde prijs zou zijn, maar nee. Deze man vroeg € 5,00 voor de hele dag en dan ook nog bewaakt! Deal! Helaas was de helling naar zijn terrein echter veel te steil. Gelukkig lijken de Bosniërs niet zo moeilijk. Hij ook niet. We konden de camper wat hem betreft wel op de stoep voor een huis zetten. Dat was allemaal ‘no problem’. Het was nog even een beetje gedoe om erop te komen, maar het lukte. En we bleken nog strak in het centrum te staan ook. Oei, wat een mazzel! Vlakbij de brug der bruggen! Ofwel de wereldberoemde Stari Most (oude brug) van Mostar!
Tot aan de Ottomaanse tijd was Mostar slechts een onbeduidend dorpje. De Romeinen die het er lang voor het zeggen hadden, hielden zich voornamelijk bezig met verdediging en uitbreiding van hun gebied door oorlog te voeren. De stad dankt haar naam aan de brugwachters (mostari), die controleerden wie er via de houten brug de rivier de Neretva overstak. In 1482 kwam Herzegovina onder Osmaans bestuur te staan en werd Mostar het bestuurlijke, militaire en economische centrum van de regio. De wankele, houten brug werd vervangen door een stenen brug (1566) waaromheen zich een bloeiend centrum van ambachtslieden en handelaren ontwikkelde.
In de stad waar eeuwenlang verschillende volkeren vreedzaam samenleefden, ging het in 1993 helemaal mis. In heel Bosnië-Herzegovina begon een burgeroorlog tussen de Kroaten en Bosnjakken, die een jaar daarvoor nog gezamenlijk tegen de Serven hadden gevochten. De Kroaten vernielden met doelgericht vuur de oude brug. Deze gebeurtenis schokte de hele wereld vanwege de cultuurhistorische en symbolische waarde van de brug: de verbinding tussen verschillende volkeren en wel de katholieke Kroaten, de Bosnische moslims en de orthodoxe Serven. Het was dan ook groot feest met wereldwijde belangstelling toen de brug in 2004 heropend werd.
Wij moesten eerst nog een paar niet al te lange straatjes door voordat we op de blikvanger van Mostar uitkwamen. Oude straatjes van rivierkeien, waarlangs lage muurtjes in dezelfde stijl gemetseld waren en die her en der als marktkraampjes gebruikt werden. Overal lagen vrolijk gekleurde Turkse tapijten en kanten kleedjes. Volgens de verkopers allemaal good quality and handmade! Ja, ja, dat zal wel.
Al na 100 meter zagen we links van ons een kleine brug. Dit was de miniatuur Stari Most en diende als oefenmateriaal voor de grote. Terecht dat ze deze brug ook hebben laten staan, want hij ziet er mooi uit en is helemaal in stijl met de rest van de stad.
Ook de huizen waren van dezelfde steen als de brug en de straatjes gemaakt, al dan niet met versierde bogen van platte stenen op zijn kant eromheen. Op de begane grond bevonden zich de winkeltjes zij aan zij en erboven zagen we soms een mooie uitbouw met veel hout. Ook zagen we een huis met een inpandig balkon c.q. veranda. Doordat er langs de vele, donkerhouten palen chique, witte, soepel vallende gordijnen hingen, leek het wel een prachtig hemelbed! Een romantisch afdakje, stokoude, grijze, half verweerde leien, mooie, ouderwetse lantaarns, overal stapels hout en veel groen, dat de toch al leuke sfeer nog meer verhoogde.
Later zagen we regelmatig dat er complete figuren in de straatjes gemaakt waren. Niet alleen door het kleurgebruik, maar ook door de stenen op zijn smalle kant te leggen zodat je cirkels, bloemen, of andere figuren zag. Zo zie je maar dat je met weinig, best heel veel kunt doen. Het zag er kunstig uit. Mooi voor je ogen, maar jammer voor je voeten. Au!
Al gauw liepen we tussen de hordes toeristen in de kronkelende straatjes vol winkeltjes met hun vrolijke aanbod van kleurige shawls, vrolijk beschilderd aardenwerk, magneten, sieraden, ansichtkaarten, tassen, leuke kleding, kunst, kopergravures, hoeden, petten en de typisch Turkse hoofddeksels. Koffiepotten, koperwerk, Turkse theeglaasjes, dozen vol lokum in allerlei smaken en uiteraard ontbraken ook hier de prachtige, gekleurde Turkse lampen niet! Restaurantjes waar de bediening in mooie Ottomaanse kleding rondliep en af en toe het licht weemoedige geschal van de muezzin uit de luidsprekers van de vele minaretten. Hoe Turks wil je het hebben?! Minder leuk vond ik de oorlogssouvenirs. B.v. pennen die gemaakt waren van hulzen, waarmee zo intens veel leed is berokkend. “Yes, from war, only 5 euro!” Bah, de oorlog als souvenir. Niet echt fijnbesnaard.
Voordat we de Kujundziluk (bazaarachtige straatjes) aan de overkant van de brug van dichtbij gingen bekijken, liepen we eerst via een trap naar beneden om onderaan op de oever van de rivier te komen. Halverwege de natuurstenen trap lag een café heerlijk in het groen met lange Turkse banken en waar allemaal waterpijpen op de lage tafeltjes stonden. Het zag er ontzettend relaxed uit. Maar wij gaan nog een paar treetjes verder. Vanaf de oever hadden we een nog veel beter zicht op de prachtige brug.
Er waren momenten dat we ons afvroegen: “Gaan we alleen maar voor een brug naar Mostar?” Nee, dat zeker niet, want er is nog veel meer te zien. Wat niet wegneemt, dat de brug toch wel heel bijzonder is. Hij staat dan ook niet voor niets op de werelderfgoedlijst van de UNESCO.
“Wauw! De brug is toch wel heel gaaf!” Deze hoge, slanke, sierlijke, witte brug, die hoog boven het prachtige, intens smaragdgroene water van de Neretva loopt. Echt een plaatje! De brug met zijn gladde, marmeren treden ligt tussen twee poorten met dikke deuren in, die ook afgesloten kunnen worden. Een verdieping hoger stonden waarschijnlijk de brugwachters (mostari) waarnaar de brug vernoemd is. Ernaast veel huisjes, die zo in stijl zijn met de omgeving, dat ze totaal niet opvallen. Rondom de brug staan drie flinke torens, die o.a. als gevangenis en wapendepot gediend hebben.
Nu zitten er een museum en een duikersclub in. Al sinds de 17e eeuw is het hier traditie dat stoere mannen uit de stad van de 21 meter hoge brug in de ijskoude rivier springen. Die traditie heeft men in ere willen houden. Dit is zo goed gelukt dat het is uitgegroeid tot een jaarlijks evenement waar mensen van heinde en ver komen om de waaghalzen hun duikcapriolen te zien uithalen. Jammer, dat dat feest al in juni was. Het leek me wel gaaf om te zien!
Maar ook zonder duikers was het hier fantastisch. Er werd vanaf dit plekje aan de oever dan ook druk gefotografeerd. De echte boog over de rivier begint trouwens pas 6 meter boven het gemiddelde waterpeil van de rivier omdat het water aan het eind van de winter zeker wel 5 meter kan stijgen. Ook zijn er in de brug holle ruimtes aangebracht om het gewicht van de brug te verminderen. Ondanks het feit dat we in vrij korte tijd een saaie, grijze lucht hadden, vonden we het een meer dan romantisch plaatje met een majestueus tintje. Onder de brug door hadden we uitzicht op de licht hellende straatjes van de kujundziluk met zijn oude, gekleurde huizen. Er zaten leuke raampjes in, omlijst met een stenen versiering en houten luiken aan de zijkanten.
“Geer! Kijk! Er staat een duiker op de brug! En daar nog een!” Er verzamelde zich een grote menigte zowel aan de voet van de brug als erop. Al snel zag het zwart van de mensen, die allemaal hun camera of mobieltje in de aanslag hadden. Maar na een kwartier had iedereen kramp in zijn nek. Wat een uitslover in zijn wetsuit daarboven. Steeds over de leuning klimmen, net doen of ie springt, schreeuwen, showen, gebaren dat de drone toch echt een betere close-up van zijn hoofd en gespierde lichaam moest maken, zwaaien, nog meer schreeuwen en dan weer terug klimmen. Kortom veel vermoeiend interessantdoenerij van een schreeuwerige, licht narcistische figuur met een enorm kijk-mij-eensgehalte….. Pfff. Hij doet van alles, maar springen? Ho maar. De meeste toeristen dropen weer af en wij konden bijna een foto zonder mensen op de voorgrond van de brug maken, ware het niet dat er vijf ontzettend irritante Japanners hondsbrutaal gewoon pal voor mijn camera gingen staan om ook een foto van de brug te maken. Je zou het nog begrijpen als je wist dat ze per gebouw maar 4 seconden hebben omdat ze anders de gids kwijtraken. Helaas was dat dus nu niet het geval. Nee, er werd een complete fotoreportage gemaakt à la niveau ‘zoek de zeven verschillen’. Ofwel; Mientje voor de brug, Truusje even later op exact dezelfde plek, gevolgd door Marie, Toos en Bep. Intussen steeds overleg op het hoogste niveau, oftewel zit mijn haar wel goed? Zucht. En net toen we dachten, dat het voorbij was, gingen ze uitgebreid met vier van de vijf op de foto en uiteraard in steeds wisselende samenstelling. HELP!!!! Ik word gek van die lui! Hebben ze daar nog geen fotoshop? Zit er op die super-de-luxeapparatuur dan echt geen zelfontspanner? En dan die vreselijke kleding en dat gekwijl in hun telefoon als ze tussendoor weer eens een selfie staan te maken. Mag ik een teiltje? Zucht.
Dan waren de katten in de boom leuker om te zien. 1 kat lag heerlijk op een dikke tak te slapen. Een ander kwam erbij en wilde blijkbaar precies op dat plekje liggen. Hij begon te blazen en te krijsen! Jemig, de bladeren dwarrelden in grote aantallen naar beneden. Ze maakten het zo bont dat een ober hen de boom uit joeg. Althans, dat wilde hij. Hij begon te gebaren, te roepen en te sissen (in feite net als de kat…) waarop er zowaar één kat uit de boom kwam en de andere hem nauwelijks een blik waardig gunde en waarschijnlijk dacht: ”Wat denk je zelf? Je kunt er toch niet bij. Je kunt de boom in!” Niets zo eigenwijs als een kat.
Even later liepen we dan over de brug, waar het inmiddels weer heel druk was. Er stond een bibberende springer, gecoacht door diezelfde blaaskaak van zo-even. Ja, ja, en nu moeten we zeker geloven dat er wel iemand gaat springen. Voor de zekerheid wachtten we toch maar even. En nog even. Jemig, dat duurt toch wel weer lang. Intussen ging er iemand met de pet rond. Want als er genoeg geld opgehaald werd, zou er dan toch iemand springen. Even later kwam er een derde duiker in wetsuit aan, die het eindeloze wachten waarschijnlijk ook te gek vond. Er werd een teil water voor hem neergezet, hij maakte zijn pak nat, klom hij over de reling heen en plons, gevolgd door een stevige oerkreet. Kijk, zo kan het dus ook! Maar wel verdorie, had ik net mijn goede plek opgegeven! Maar ja, Gerard heeft hem gelukkig wel zien springen. Dan moet er vast een foto van zijn. Smile.
Ook na de brug ging de kleurrijke kujundziluk weer vrolijk verder. Terwijl de vele toeristen zich aan de vele prullaria, hebbedingetjes en kunstige koperen voorwerpen vergaapten, waren de winkeliers op hun lage krukjes in de deuropening druk in de weer met hun mobieltjes. Wachtend op een gegadigde. Ze waren gelukkig totaal niet opdringerig. Superfijn!
Eigenlijk was de winkelstraat één ontzettend lange muur waarin allemaal ronde bogen zaten. Hiervoor zaten twee luiken et voilà, dan had je een winkel, die perfect af te sluiten was ’s avonds. En in de winkels lagen de souvenirs van de diverse overheersers: de cavapcici, de schnitzels, kebapspiezen, baklava en het Italiaanse ijs gebroederlijk naast elkaar in de gezellige bazaar.
Maar o, wat was de straat na de brug hopeloos begaanbaar voor rolstoelen. Een sportbeha voldeed niet en gordels waren zeer dringend gewenst. Jemig, dit is echt geen doen! Gerard is teruggegaan om de rolstoel, die al ergens op slot tegen een boompje stond terug te brengen en ik heb me een half uur op een muur met uitzicht op de brug en de bonte winkelstraat en de vele koperslagers met hun mooie producten zitten verwonderen. En dan die Japanners weer hè. Plukken een arme winkelier uit zijn winkel. Slaan meteen hun armen om hen heen, zetten een vette smile op, kruipen zowat in hem weg en maar ‘peace man’ zwaaie. En wat hadden ze een lol. Dat die man die kudde overleefde en nog vriendelijk bleef. Dat doe je toch niet met een wildvreemde? Het zal wel aan mij liggen. Ik kom natuurlijk wel een beetje uit de middeleeuwen…
Na ruim een half uur wachten en mensen kijken was Gerard weer terug en werkten we ons met veel plezier door de rest van het levendige straatje ofwel de openluchtbazaar. Daarna kwamen we bij een leuk eettentje uit en besloten we daar iets te gaan eten. We zijn al 5 weken in de Balkan, maar vandaag gingen we dan eindelijk de wereldberoemde en overal te verkrijgen cevapcici eten. Zonde dat we dat zo laat pas ontdekten, want deze worstjes waren erg lekker! Ook de andere hapjes erbij smaakten goed. We hebben er dan ook heerlijk gegeten.
Na onze heerlijke maar zwaar verlate lunch slenterden we weer verder. De lucht begon echter steeds meer te betrekken. Ai, we houden het toch wel droog hè? Al snel konden we een soort hofje in, dat volgens de gids de Tepa-markt zou zijn, waar al eeuwenlang groenten, fruit, zelf gestookte rakija en heerlijke Herzegovijnse honing aan de man gebracht werd en vanwaar je een prachtig uitzicht op de brug zou hebben. Ja, dat kan wel, want voor de poort stond een bord met ‘best view on the bridge’. Maar de rest klopte niet, want in het hele hofje was geen groente of fruit te bekennen. Elke meter langs de muur was benut om kleding uit te stallen, die er heerlijk fleurig uitzag en waar ik me weer een superwijde broek heb laten aansmeren. Eigenlijk wou ik hem niet, omdat ik de achterkant niet leuk vond, maar ja, Gerard vond hem wel heel leuk en bovendien zitten ze heerlijk! En nu kan ik met dat opblaaspoot ook eens een andere broek aan, dan die witte driekwartmodellen waar je me al zo ongeveer 5 jaar in uit kunt tekenen. Op de andere hoek van het pleintje stond een moskee. Wij kochten een ticket voor zowel het uitzicht op de brug als de moskee.
De cesma (het prieeltje met de vele kraantjes) van de Koski Mehmet Pasa moskee (1619) waar je je kunt wassen als rituele reiniging voor het gebed, schijnt een van de oudste van Herzegovina te zijn. In het portaal voor de moskee lagen oude kleden voor de ramen, waarboven prachtige bogen met fijne motieven in diverse kleuren geschilderd waren.
Men richt zich bij het bidden richting Mekka. Een muur in de moskee geeft aan waar dat ligt en in het midden ervan is een nis, de mihrab. Nou, deze was heel kleurrijk beschilderd en betegeld en zag er heel mooi uit. De moskee was niet heel druk qua kleur, er was nog veel wit te zien. De ramen deden wat vreemd aan door de schelle kleuren van het glas. Die zijn vast niet authentiek. Maar verder vonden we het een prachtige, sfeervolle moskee.
In een hoek was een balkon gemaakt van steen waarin allemaal kleine sterren uitgehakt waren. Hierop mogen de mannen komen, die een bedevaart naar Mekka ondernomen hebben. Op de grond lagen allemaal kleden in verschillende kleuren en motieven over elkaar heen. Wij hadden vanaf onze plek een prima overzicht voor foto’s.
De minbar (preekstoel voor de vrijdagavondpreek) was ook in steen uitgehouwen en zag er heel fraai uit, zeker ook omdat hij met warme kleuren beschilderd was. Ook de in-/uitgang was bijzonder indrukwekkend door zijn mooie warme kleuren waarin ook veel goud verwerkt was. Uiteraard ontbraken ook de Arabische teksten niet. Ze zagen er heel sierlijk uit. We weten dat het teksten zoals Allah is groot zijn, maar bakten er niets van. Behalve de minbar stond er uiteraard ook een ‘gewone’ preekstoel. Deze was van hout en prachtig versierd met verfijnd houtsnijwerk en ingelegd met ivoor. Op de muren rondom de preekstoel, de mihrab, de minbar en de deuren, waren wat bescheiden versieringen geschilderd, waardoor het geheel niet te bont werd, maar heel warm en fijn overkwam. Ik vond het leuk om weer eens in een moskee te zijn.
Je kon ook de minaret nog bezoeken, maar aangezien ik al moeite genoeg met lopen had, hebben we dit maar niet gedaan. Pas toen we thuis kwamen, lazen we dat je er een geweldig uitzicht op de brug zou hebben en op een groot deel van Mostar, maar ja, daar hebben we nu niets meer aan. En bovendien regende het inmiddels toch.
Daarna gingen we het hekje door naar het uitzichtpunt. Vandaag inclusief regen dus. Wij hadden gehoopt dat het inmiddels droog was geworden. Niet dus. Je had inderdaad een heel mooi uitzicht op de brug, maar ja een deprimerend grijze lucht, die nota bene zelfs lek was, is niet heel bevorderend voor een mooie foto. Jammer.
Maar het viel nog niet met bakken uit de hemel en we besloten gewoon verder te gaan met ons programma. We hadden de kujundziluk (bazaar) verlaten en liepen in een wat bredere straat met veel grotere panden, waarin veel hostels, barretjes en natuurlijk nog een handjevol winkels voor de toerist in gevestigd waren. Wij waren op zoek naar de Karadoz-begmoskee uit 1557, die volgens de reisgids weleens de mooiste moskee van Herzegovina zou kunnen zijn. Het vinden ervan was niet moeilijk. Toch handig die minareten. Maar helaas voor ons was de moskee zelf dicht. Je kon alleen de tuin in. Tja, da’s altijd nog beter dan de boom in.
Vlak naast het hek stond een fontein, met oeroude versieringen, het portaal zag er oud en stijlvol uit met zijn prachtige gebeeldhouwde versieringen boven de ramen en deuren. Ook de uitzonderlijk hoge minaret (wat ons eerlijk gezegd niet opviel) zou versierd moeten zijn. Tja, het balkon had een wel aardige uit steen gebeeldhouwde rand, maar om nu te zeggen dat het opviel en mindblowing was? Niet echt. Ernaast lag een kerkhof met de typisch Turkse grafstenen.
Verder maar weer. Wij wilden een bezoek brengen aan het Biscevichuis, maar waar dat nu weer lag? We waren al een zwaar opgebroken straat door geploeterd. Beetje jammer dat ze er nu weer van die rotstenen met reliëf neerleggen, die zo lekker door je zolen heen gaan. We zagen wel een huis met een grote poort, maar er stond geen bordje of niets op. We liepen dus door om even later aan de achterkant van een Turks huis te komen, met een uitbouw op de tweede of derde verdieping, die ondersteund werd door een paar flinke palen. Mooi! Maar dit ziet er toch echt uit als het Turkse huis, wat we zoeken?! Dus gingen we via het oude, grijze straatje met zijn grijze muren en licht vervallen deuren weer terug. Op zich een saai, grauw straatje. Maar wat kwamen de roze bloemen van de Perzische slaapboom er prachtig in uit! Wat een schitterend mooie boom! Hij staat met stip op één!
Even later stonden we voor de tweede keert voor de grote poort en duwde Gerard hem maar een beetje open. Enthousiast wenkte hij me. “Maan, dit is gaaf, hier moet je echt even kijken!” We kwamen in een binnentuin uit met een creatief betegelde vloer vol patronen. Hiervoor hadden ze echter veel platte stenen voor op zijn kant gebruikt, waardoor je meteen een voetmassage voor vergevorderden kreeg. Ai!
Op deze bijzondere vloer stonden een aantal lage, ronde tafels met kleine krukjes omheen. Er was een fontein waar het water uit oude kannen stroomde, onder de veranda was een grote zithoek met Turkse bank waar wat zeshoekige tafeltjes met prachtig houtsnijwerk voor stonden. Overal kleedjes en krukjes ter verhoging van de sfeer en in de tuin een paar grote bomen waardoor je er in de hete zomers heerlijk in de schaduw kon zitten en eindeloos theedrinken.
Het moge duidelijk zijn, dat we het Biscevichuis gevonden hadden! Nou, dat begint al gaaf! Het is een Turks huis met een 17e eeuws interieur. Via een oude trap kwamen we op de veranda van de eerste verdieping, die vol stond met sierlijke zeshoekige theetafeltjes en een weefgetouw, waar nog een tapijt in wording op te zien was. Ook lag het er weer vol met bontgekleurde kleden, waarvan sommigen er nog als nieuw uitzagen.
Het eerste kamertje links mocht je niet in. Je kon wel door de deur kijken, wat ook al niet veel opleverde. Dankzij de flitser kregen we hier toch een goed beeld. In een hoek lag een tweepersoonsmatras op de grond, waar een prachtige deken overheen lag. Ernaast stond een hele oude, houten, beschilderde schommelwieg met een hoog romantisch gehalte, een kastje, een tafeltje en natuurlijk weer een vloer vol met diverse kleden over elkaar.
Daarna kwamen we in de woonkamer waar een flinke bank maar liefst twee lange wanden van de ruimte in beslag nam. Ook hier was het vol gezet met donker houten tafeltjes met mooie versieringen. Wat schilderijen met plaatjes uit lang vervlogen tijden en een schitterende houten, bijna zwarte kast, met ontzettend mooi houtsnijwerk. Een gedeelte van de deur was opengewerkt en de randen leken haast wel van kant. Heel knap! De vele ramen in de uitbouw gaven uitzicht op de mooie, groene Neretvarivier. In een andere hoek stond een driehoekige kast met ook al van die indrukwekkende opengewerkte deurtjes en plaatjes van bloemen in 3D. Wauw. Ook de deur die toegang tot de kamer gaf was ontzettend mooi doordat hij ook helemaal versierd was met elegant houtsnijwerk. Wat een huis! Zoiets wil ik thuis ook wel! Maar ja, wie gaat dat houtsnijwerk maken en hoe kom ik aan een smaragdgroen snelstromend riviertje onder de Ottomaanse uitbouw?
Achter de deur stond een reusachtig rond, koperen dienblad met een diameter van ruim een meter en ook nog eens prachtig versierd. De vloeren liepen wat scheef en ook de bank met zijn vele kleden en kleedjes had wat doorligplekken, maar desalniettemin vond ik het wel gaaf hier!
Op een van de vele theetafeltjes stond een eveneens bewerkt dienblad met een dito koffiekan en hele kleine, porseleinen kopjes voor de typisch Turkse koffie, die zo sterk schijnt te zijn dat je geen gel meer nodig hebt voor je haar. In een oude, houten beschilderde kist lagen een fleurig gebloemd kledingstuk en een hele lange, druk beschilderde fluit, die ik wel leuk voor in de muziekkamer vond.
Het huis was niet heel groot om te bezoeken, maar wel erg leuk. Zeker ook omdat wij er maar met zijn tweeën liepen. ’s Zomers schijnen er twee groepen (à 30 man per groep) binnen te lopen, een in de tuin te kijken en twee voor de poort te staan! Oei, iets te druk. Gelukkig maar dat wij in het naseizoen hier zijn en de regen de meeste bezoekers de cafeetjes en restaurantjes in heeft gejaagd.
In de binnentuin stond nog een klein gebouw dat waarschijnlijk als keuken dienst heeft gedaan. Nu stond en hing het helemaal vol met dienbladen, schalen, pannen, theeketels en een paar stukken gereedschap waaronder een oude trekzaag. Of was dit misschien de voorloper van het broodmes?
Eenmaal weer terug in de brede straat keken we onze ogen uit aan een heel groot pand dat helemaal onder de kogelgaten zat en waar dan ook geen ruit meer in zat. Dat hadden we midden in het centrum eigenlijk niet meer verwacht. Maar wat is er hier erg gevochten! Heftig!
Het bleek nog heel ver lopen te zijn naar de volgende moskee en het badhuis die we nog wilden bezichtigen en bovendien ging het steeds harder regenen. Ik had al uren een voorverpakte echtgenoot die in een stuk plastic rondliep. We gaan maar weer terug. Doordat de regen zowat iedereen weg had gejaagd, waren de vele patronen in de oude straatjes wel heel mooi zichtbaar! Maar dat was dan ook het enige voordeel.
Het werd al wat donkerder en overal gingen de lampen aan. Het koelde hard af en wij besloten om even een echt Turks theetje te gaan drinken. Nu kan het nog! Maar eer dat we die thee eens van dichtbij zagen……De bediening was duidelijk heel wat slaapverwekkender dan de thee zelf! Nadat we het bruine brouwsel met heel veel suikerklontjes tot iets drinkbaars getransformeerd hadden, gingen we via de bazaar, waar het al licht uitgestorven was, weer richting de mooie Stari Most.
Lege, donkere straatjes waarvan de keien glansden van het water waarover een zacht, gelig licht scheen. Lege tafels vol regendruppels onder een verwaaide parasol in het donker en geen mens meer te zien. Symbolisch voor onze reis. Overal zie je nog hoe leuk het was, maar het seizoen / de vakantie is wel zo goed als voorbij.
Ook bij avond was de brug prachtig en goed te zien door de vele sterke lampen die erop gericht waren. Uiteraard wilden we een paar mooie nachtopnames maken, maar door de irritant geplaatste en wel heel erg felle lampen was dit nog een hele uitdaging. Die wij echter graag aangingen. Dat dan weer wel.
Het is maar goed dat we al een tijdje in het digitale fotografietijdperk leven, want anders waren onze broeken vast afgezakt door de vele rolletjes die we in Mostar geschoten zouden hebben! Nu staat alles op zo’n klein kaartje waar je niet eens een miniboodschappenlijstje op kunt schrijven. Soms is vooruitgang best fijn!
Toen wij na tig foto’s eindelijk aan de andere kant van de brug waren, bleken hier nog wat eettentjes en winkeltjes open te zijn. We konden gelukkig nog een kaart van de brug vinden voor in ons rijdend museum en we scoorden zelfs nog zo’n gave, superwijde broek! Yes!
Inmiddels waren er niet echt veel mensen meer op straat. Als de schier eindeloze busladingen met toeristen weg zijn, is het hier nog veel fijner! Na het café met de leerzame tekst: “A meal without wine is called breakfast!” kwamen we zowaar nog bij de hamam uit. Helaas kon je er weinig aan zien en was hij al uren gesloten net als de moskee ertegenover. Jammer. Wat zou het heerlijk zijn als ik nu ergens een badkuip kon huren of zo! Misschien een nieuwe branche? ‘Rent a bath?!’ Ik ben voor!
Een kijkje hier, een kijkje daar en ach wat ziet het er allemaal sfeervol uit. Even later stonden we weer langs de rivier onder de brug. We komen de stad niet echt uit, dat is wel duidelijk. Eenmaal weer boven en toch echt hartstikke bijna bij de camper, liepen we nog héél even naar de miniatuur Stari Most, waarachter een café lag waar geen hond te zien was, maar waarvandaan wel leuke muziek klonk. We besloten een handdoek te gaan vragen om droog te kunnen zitten en nog één wijntje in deze fantastische stad te doen.
Há, kom je binnen, blijkt het me daar een enorme ruimte met diverse terrassen te zijn! Er zat wel een paar honderd man! En wij dus lekker samen op het terrasje naast de kleine brug. Kletsen, genieten, fotootje, toch nog maar een wijntje, nog steeds intens genieten, alweer een mooi liedje, nog een fotootje…. “Maan! Het is al 23.30 uur! We móéten nu echt weg, want anders kunnen we de camping echt niet meer op!” Een zeer verstandig besluit en zo scheurden wij ons met frisse tegenzin los van dit schitterende, uiterst sfeervolle stadje waar we intens genoten hadden en reden we niet al te veel later dan echt weg.
We hadden een supergoede parkeerplek in het centrum en hoewel de parkeerwachter waarschijnlijk al uren weg was, zaten alle vier de banden er ook nog onder. Mooi! De weg naar de camping was gelukkig niet al te lang, we reden maar een keer fout en iets na 00.00 uur waren we bij de camping. Het hek was weliswaar dicht, maar gelukkig niet op slot. Het andere stel op de camping zat nog buiten, dus wij konden met een gerust hart het terrein op rijden. Snel nog even wat steekwoorden van vandaag opschrijven onder het genot van een Hollands bakje thee en naar bed. Wat hadden wij een fantastische, gelukkige dag!!! Wat een geweldige toegift op een toch al hele fijne vakantie!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley