19. Horreos en Costa da Morte
Door: Manuela
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
10 September 2024 | Spanje, Muxia
Ook vandaag gingen we weer een eind langs de kust rijden. Het eerste deel was niet zo geweldig, maar na het gedeelte over de tolweg, spotgoedkoop trouwens, werd het mooi rijden. We kregen zelfs een blauwe lucht! Hoe fijn is dat. ’t Zou in Spanje toch niet zo bijzonder moeten zijn. “Yes, ik zie de zee!” Zou het gaan gebeuren? Wordt onze zwemkleding eindelijk nat?
We genieten van de Spaanse huizen met zijn leuke uitbouwen en zijn vele kleine raampjes. Ik wil later als ik groot ben ook zo’n huis. Ook zien we in dit gebied steeds meer van die langwerpige gebouwtjes op palen. Ze worden horreos genoemd. Voorraadschuren die voorkomen dat muizen en ratten bij het opgeslagen graan kunnen komen. In plaats van hout, zijn er hier ook veel van steen gemaakt. De meesten hebben een kruis op het dak staan.
Jeetje mina, ga je een steile weg af naar beneden, je zeilt zowat de bocht uit, staan er net na die bocht 6 paaltjes midden op onze rijbaan! Ze hadden net een nieuwe 50 op de weg geverfd. Levensgevaarlijk. Je zou zo een strike halen!
Een tijdje later besloten we bij het bord praya de Beo een poging te gaan wagen om bij het strand te komen. Dat ging fluitend. Een groot grasveld als parkeerplaats en maar een heel klein stukje lopen naar het strand. En wat denk je? Een door frisgroen omgeven baai, een fraai huis met een paar palmbomen, parelwit zand, azuurblauw water, geen kluiten zeewier, enthousiast opspringende golven, wat fotogenieke rotspartijen, 24 graden, geen wind, een perfect blauwe lucht en het hele strand voor jezelf! Er was helemaal niemand te bekennen! Supergaaf. Drie maal daags lijkt mij een heel goed idee! En bij de parkeerplaats stond zelfs een douche! Achteraf hadden we hier gewoon een paar dagen moeten blijven.
Citroentjesfris en heel licht onderkoeld, maar met een heerlijk gevoel reden we niet al te gek veel later weer verder. Misschien wel op naar het volgende strand? De kust waar we vandaag langsrijden is eenzaam en ongerept. Hij wordt ook wel de Costa da Mortis genoemd. De kust des doods omdat er hier nogal veel schepen in stormen zijn vergaan of tegen de rotsen te pletter zijn geslagen. De landtongen zijn indrukwekkend aldus de boekjes. Er liggen geen steden, alleen wat kleine dorpen waar gevist wordt op percebes; eendenmosselen. Mij niet gezien, ik ga zelf wel in het water liggen.
Gerard wilde graag naar Cabo Vilan. De vorige kaap, Cabo Vidio was zo mooi, dat hij weer op zoiets hoopte. Ja, ik snap wel dat hij graag naar een kaap gaat, want daar kun je in ieder geval NIET zwemmen. Heeft hij toch weer een fijn excuus. Ik was erg moe en we moesten het laatste stuk lopen.
Omdat mijn voet nog steeds erg pijnlijk was,besloot ik bij de camper te blijven. Bovendien was ik hondsmoe. Gerard ging alleen op onderzoek uit. Hij vond het gaaf om tussen die hoge rotsen te lopen en te zien hoe een vuurtoren op één zo’n robuuste stoere megahoge rots gebouwd was. Het was nog steeds mooi weer en hij kon goed om zich heen kijken. Het was niet echt spectaculair, maar zondag hadden we ook wel heel veel geluk gehad met dat fantastische tegenlicht en de mist! Maar goed, hij heeft genoten en ik heb niets gemist. Na nog enthousiast wat macrofotografie op de bloemetjes te hebben geoefend, reden we weer verder richting Muxia. We kwamen er nog net bij licht aan op een kleine, maar prachtig gelegen camperplaats meteen aan het strand. Ik had nog net een glimp van azuurblauw water en een kleine baai met wit zand opgevangen. Maar genoeg om zin te krijgen om hier morgen lekker een rustdag te gaan houden!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley