23. Schitterende tour door de Albanese Alpen
Door: Maan
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
04 Oktober 2019 | Albanië, Vermosh
Er kwamen al vroeg campers van een ander rijtje in dat van ons staan. Vreemd. Het wordt ons te vol, dat wel. Voordat we vertrokken, liepen we nog even naar het Shkodermeer waar de camping aan ligt. Wauw, dat ziet er bij zon toch veel beter en blauwer uit dan gisteren. Zeker ook door de fleurige stoeltjes, hangmatten en palmbomen! Toch vinden we de Montenegrijnse kant mooier, omdat je daar strak langs het meer kunt rijden en hier niet. Maar goed. Om 10.30 uur reden we van de camping af richting het hoge noorden van Albanië. Er staan vanuit die plek schitterende wandelingen beschreven, maar dat is voor ons niet haalbaar. Hopelijk is de camperrit ernaartoe ook mooi!
In tegenstelling tot gisteren, toen het water met bakken uit de hemel kwam, was er nu ook meer activiteit langs de weg. Een man met een paar zakken uien, een vrouw met pepers en tomaten onder een oude parasol en intussen hadden ze de koe gewoon midden op de rotonde gezet. Even later zagen we de eerste paard en wagen! De menner zwaaide vrolijk terug. En hé, kijk daar eens! Daar staat een minibunker! Daar schijnen er in dit land maar liefst 750.000 van te staan!
Nadat de Duitsers in 1944 uit Albanië gevlucht waren, kwam de communist Hoxha aan de macht. Hij verbrak alle contacten met Joegoslavië en eigenlijk met de hele wereld. Alleen met China was er nog contact. Onder zijn leiding werd het analfabetische uitgeroeid en werden vrouwen gelijkgesteld aan mannen. De gemiddelde levensduur van de bevolking steeg enorm omdat er relatief goede gezondheidszorg kwam. Ook maakte hij de achtergebleven gebieden toegankelijk. Daarentegen sloot hij zijn tegenstanders op in concentratiekampen en verbood hij alle godsdiensten. Hij riep Albanië uit tot eerste en enige atheïstische staat van de wereld. Gedurende zijn bewind werd hij steeds meer paranoia en verbrak hij ook het contact met China. Albanië was totaal geïsoleerd geworden. Het was ook het land waar wegen gewoon ineens ophielden. Hij begon een betonindustrie uit de grond te stampen en importeerde duur staal uit andere landen. En niet om huizen of gebouwen neer te zetten. Nee, hij bouwde maar liefst 750.000 bunkers ter bescherming van het land tegen invallen van de vijand. En alsof dat nog niet genoeg was, zette hij op veel ‘zwakke’ plekken stalen hekken met pijlpunten neer, zodat er ook nergens parachutisten konden landen. Na zijn dood probeerde zijn opvolger weer banden met andere landen aan te halen, bleef religie officieel verboden, maar in praktijk gedoogd en bleken die bunkers niet kapot te krijgen. Vandaar dat het land nog vol van die paddenstoelen staat. Tegenwoordig worden ze als schuurtjes of barretjes gebruikt. Wij hebben alleen vrij kleine gezien, maar misschien zit er onder de grond nog een grote ruimte? Dat weten we nog niet.
Toen religie onder Hoxha verboden werd, ontstond er veel bijgeloof. Het volk wilde wel in iets geloven en moest zijn angsten kwijt. Men greep terug op oude verhalen en legenden om toch een soort geloof te krijgen. Ook na het overlijden van Hoxha is dit zo gebleven. De Albanees gelooft vooral in bijgeloof. Dat uit zich in beertjes, poppen, hoefijzers, strengen knoflook, wilde bloemen, ramshorens, de Albanese vlag of een combi hiervan aan de huizen. Vandaag hebben we al ramshorens en hoefijzers gezien, niet alleen bij huizen, maar ook in de auto’s. Door het ophangen van deze dingen, hopen de inwoners dat het ‘boze oog’, waar ze heel bang voor zijn, alleen naar de versierselen kijkt en niet naar de bewoners.
Há, alweer een paard en wagen. Leuk! We krijgen wat Roemeniëgevoelens waar we ook zo terug in de tijd leken te reizen. Even later zagen we een jonge herder met stok met een flinke kudde schapen in het veld. Langs de weg staan veel grafstenen. Gisteren zagen we er een heleboel vlakbij Shkoder gewoon schots en scheef in een weiland staan, wat half overwoekerd was! Oh, we worden nu ingehaald door een opgevoerde scooter met kruiwagen erachter. We kijken onze ogen uit! Dit is echt leuk rijden!
In de buurt van Brigjë zagen we een groot wit kruis op een berghelling geschilderd. Maar een kilometer of wat ervoor stonden al rotsblokken met plaatjes aan een kruis erop. Ze bleken hier onderweg de hele kruisgang uitgebeeld te hebben. Wat bijzonder! We zien sowieso veel kruizen staan. Het noorden van Albanië schijnt bewoont te worden door de Mallisoren, die overwegend katholiek zijn. Nou, dat is wel te merken.
We rijden verder, de weg is prima en we genieten van de omgeving. Varkens en biggetjes snuffelen in de tuin, de kippen scharrelen op straat, regelmatig zien we kuddes schapen en geiten en yes, nu hebben we eindelijk een parkeerplaats. Wauw! En wat voor een. Hiervandaan heb je op een soort balkon een prachtig uitzicht over de Albanese Alpen en heel diep onder je een schattig dorpje aan een ijsblauw riviertje. Wat een ruig gebied! Steile bergen, die onderaan nog wel begroeid zijn, maar waarvan je de boomgrens kunt aanwijzen. Daarboven is het kaal, wit en heftig. Intussen was de parkeerplaats volgestroomd met Albanezen, die ons de grens met Montenegro aanwezen. Hij zei:”Montenegro is het mooiste land van de Balkan, gevolgd door een veelbelovende stilte…Maar Albanië is het mooiste land van de wereld!” Dat weten we nog niet, maar wel dat het er hier supergaaf uitziet! Al die kleuren groen, de soms loodrecht oprijzende wanden, de scherpe pieken al dan niet verscholen in een enkele wolk. Er is hier kwistig met grote stenen gestrooid en het ijsblauwe riviertje blijft toch wel trekken.
Een stel haarspeldbochten later waren we dan beneden bij het riviertje, dat in kleur varieert van ijsblauw tot smaragdgroen. Er was een hangbrug over, die nog door mensen en ezels gebruikt werd. Gelukkig hield het krakkemikkige, wiebelende gevaarte ons ook. Dat viel weer mee! Een paar meter verder stroomde de wilde rivier gewoon over de weg en weer een stukje verder was weer een nieuwe hangbrug gemaakt. Het aantrekkelijke water was trouwens ijzig koud. Zelfs voor mij! Hoewel het gedeelte dat over de weg stroomde hooguit een halve meter was, durfde ik er toch niet door. Wat een heftige stroming! “Zo heftig was het ook in Sardinië, maar toen was er oneindig veel meer water en nog dieper ook, weet je nog Maan?” “Ja, ik geloof niet dat we die ervaring snel zullen vergeten.” Uren huilen en gillen in een allesverslindende rivier en achter je een woeste zee. Bijna zeker te weten, dat je laatste uur geslagen heeft. Nee, dat heeft er nogal ingehakt. En toen was het ook nog eens pikkedonker en heel heftig onweer.
Maar goed, we hebben het overleefd en rijden nu in een schitterend stuk Albanië! De weg is echt heel goed en er staat zelfs een gloedjenieuwe vangrail, die zo hoog is, dat het zelfs voor campers veilig is. Wauw! Dat hebben we nog nooit gezien! Top! We vinden het gaaf om hier te rijden. We hebben al heel veel bergen gezien en passen gereden, maar het is hier net alsof we er meer echt in zijn. Er meer tussen rijden. Ook de kleur en de ruigte zijn anders. Af en toe een huisje of gehucht. Je moet wel extreem zelfvoorzienend zijn, wil je hier kunnen wonen. Er schijnt hier zes maanden per jaar sneeuw te liggen en dan heb je nog een tijd last van brede, woest kolkende rivieren door het smeltwater wat er op volgt. Dit jaar konden de mensen vanaf half juni pas weer het dorp uit!
En weer een varkentje in de tuin en nu een paar koeien op de weg, die nog nooit een camper hebben gezien. Ze blijven gewoon staan?! Heel langzaam zijn we er toch voorbijgekomen. Op veel plekken hebben mensen een soort hooiberg gemaakt met behulp van een dode boom of een groot stuk hout in het midden. Ook zien we regelmatig bergen maïsstengels.
En het wordt nog steeds ruiger! Nog hoger, nog witter, nog heftiger! Wauw! Wat een stuk puur natuur! Ongerept en wild! Echt gaaf! Er rijden weinig auto’s, zodat we regelmatig het gevoel van ‘the middle of nowhere’ hebben. Heerlijk! Inmiddels hangen er netten langs de loodrecht oprijzende wanden van de bergen. Ze helpen echter niet heel goed, want er liggen regelmatig stenen op de weg. Het zou je gebeuren, dat je net een vrij grote op je dak of je ruit krijgt! Gelukkig hadden wij dat niet en op één plek, zagen we een mannetje de stenen heel netjes opvegen. Oeps, remmen! Hier lag dus wel een vrij grote steen.
En ineens staat er een berg in prachtige herfsttooi tussen al die kale, ruige broers en zussen. Helemaal begroeid en getooid in diverse kleuren groen, geel, oranje en rood. Prachtig, die warme tinten! En even later lopen er drie paarden en een ezel midden op de weg. En natuurlijk gaan deze ook niet opzij. Maar dat vinden we helemaal niet erg. We genieten ervan en schieten eerst weer een fotootje. Dan rijd je zo schitterend in de schier volmaakte, ongerepte natuur, passeer je ineens een vuilnisbelt gewoon langs de weg. Alles wordt hier gewoon op een berghelling gegooid. Het was niet een hele grote belt, maar het zag er juist op deze idyllische plek heel goor uit! Wel weer een vuilnisbakkenras in de aanbieding ernaast!
We gingen met prima weer weg, maar inmiddels is het wel heel erg fris geworden. Wij zijn wel toe aan een openhaardvuur en een warme chocomel. Maar dat kunnen we voorlopig vergeten. Er is amper een parkeerplekje, behalve een hoop grind, laat staan iets anders. Maar we zijn bijna bij het eindpunt en daar zal het wel licht toeristisch zijn. De hekken zijn er gemaakt van in elkaar gevlochten takken en latten tussen de vele wilgenboompjes. De rivierbedding wordt breder en breder, maar het riviertje zelf stelt nog weinig voor. Er dreef veel plastic zooi in het water. Bah, wat zonde! In het voorjaar moet dit toch wel een hele brede rivier zijn. Er loopt ook een gigantisch lange brug overheen, waar nu de koeien onderdoor liepen. En eentje stond er zelfs aan de overkant bovenop! En op straat liepen twee varkens, die zich blijkbaar wezenloos van ons schrokken. Miss Piggy en Keessie begonnen als een bezetene te rennen, wat er heel komisch uitzag. Maar in plaats van de kant in te gaan bleven ze voor ons uit rennen, wat ons echter wel de kans gaf om ze te filmen. In Nederland zitten de varkens hutje mutje in grote schuren, maar hier lopen ze gewoon in de tuin. En soms op de weg dus.
En toen waren we na vierenhalf uur rijden eindelijk in Vermosh. De plek waar de weg ophield en wij op zijn minst een souvenirtent verwachtten en wat barretjes waar mensen genietend van de omgeving aan een drankje zouden zitten. Wij waren van plan hier een biertje in de zon te gaan drinken, maar de laatste kilometers was het zo koud geworden, dat we al voor plan b met de warme chocomel gingen. Ook dat ging niet eens door, want de bar was dicht. Hermetisch gesloten. Tja, daar zit je dan met je flesje water in de camper… Omdat het nogal dichttrok dachten we via het noorden Montenegro in te gaan en dan over de grote weg terug naar Albanië. We pakten de kaarten erbij en kwamen tot de conclusie dat dit geen goed idee was. Want ook in Montenegro moesten we een paar pittige bergpassen rijden. We nemen dezelfde weg wel terug.
Genietend van het tijdloze, charmante dorpsleven met de hele inhoud van een kinderboerderij om je heen, hing ik uit het raam het ene na het andere plaatje te schieten en vooral ook te genieten. Het gras is hier nog steeds frisgroen trouwens. Het licht is mooi en de kleuren zijn zacht. De huisjes oud, maar heel romantisch. De hekjes primitief maar perfect passend in het plaatje. En in elke tuin mocht je met je camper staan. Alle vijf huizen hadden wel een bordje camping staan. Er was alleen niemand te zien. En dan staan wij bij Shkoder zeker met 40-50 campers en dan hebben we er vandaag niet één deze tocht zien rijden. Daar snappen we niets van.
We gaan snel terug, want we willen voor het donker wel de bergen uit zijn. De wegen zijn weliswaar goed, maar er is geen verlichting en er lopen zat dieren los. We schatten de temperatuur op hooguit 5 graden en hebben het koud. Snel door en de verwarming aan! We hebben intens genoten, maar waren erg moe. Ik lag op een gegeven moment met mijn kussen op de voorstoel en twee lucifertjes om mijn ogen nog open te houden.
Gelukkig ging de terugreis voorspoedig. We kwamen nog heel wat dieren tegen, waaronder een eigenwijze geitenkudde, maar dat vinden we alleen maar leuk. Om 18.30 uur reden we de camping weer op. Terwijl Gerard zich weer bij de receptie meldde en informatie over de tocht van morgen ging vragen, strompelde ik spontaan naar de douche. Wie weet, knap ik daar nog wat van op. Ik moet echt weer in model gestreken worden! De douche was verbazingwekkend. De ruimtes zijn schoon, het licht doet het, de deur kan dicht, er komt een goede straal schoon water uit en nog warm ook! Hij is beter dan thuis, maar daar lig ik toch altijd in bad.
Ook Gerard was best moe. We besloten te informeren bij het campingrestaurant en even later kwam Gerard met de menukaart binnen. Nou jongens, dat ziet er wel goed uit. We besloten mezzes (hapjes) voor 2 personen te nemen, waar acht gerechtjes onder vielen. Zo gezegd, zo gedaan. Gerard ging erheen, ik begon vast met foto’s overzetten en ontzettend wakker te blijven en even later kwam hij alweer terug met het grootste dienblad dat ik ooit gezien heb. Het kon net door de voordeur naar binnen! We hadden biefstuk van de grill, een soort pide (platte, dunne pizza), Albanese salade met tomaten, komkommer, feta en uien, olijven uit de streek, aardappelsalade, gegrilde groenten waarvan vooral de wortel erg lekker was, uiteraard een flinke portie tzatziki, wat hier alleen anders heet, rijst op zijn Albanees en zelfgemaakte augurken, die echt onwijs lekker waren!
Dat supergrote dienblad, waar vier borden op stonden, konden we mooi op bed leggen. Wij pasten er nog net omheen en hebben heerlijk gegeten. En er is nog zat over voor morgen. Alleen even een grote schaal tzatziki erbij halen en we zijn weer klaar. En nog goed gegeten ook hè, bijna alles was groenten! Tjonge, wat zullen wij morgen hopelijk weer citroentjesfris zijn! Wij zijn blij, dat we het bed niet op hoeven te maken en kruipen er lekker in. We hebben het nog steeds koud, hoewel het weer onderaan de bergen weer heel goed was! Wij gaan film kijken en lekker slapen. We wilden aanvankelijk nog een paar woordjes Albanees leren. We weten nu alleen po (ja) en jo (nee). Maar onze hersens draaien nog steeds overuren van al die geweldige indrukken. Natën e mirë dhe deri nesër! Ofwel welterusten en tot morgen!
-
05 Oktober 2019 - 09:34
T Letta:
Wat een prachtige tocht en mooie plaatjes.dank je wel en doe voorzichtig!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley