11. Een leger beschermengelen
Door: Gerard en Manuela
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
02 September 2024 | Spanje, Ribadesella
De nacht was niet al te best en het weer had zich daar naadloos bij aangepast. Regen, regen en nog meer regen. En dan te bedenken dat het in Nederland al twee weken heel warm is. Het is jammer om op deze manier de Costa Verde af te moeten reizen, want mooie stranden in de regen verliezen toch wel wat aantrekkingskracht. Het meest bijzondere moment op deze saaie dag leek een bezoek aan de supermarkt te worden. Gaap.
Daarna gingen we naar een favoriete plek van tig jaar geleden. Een parkeerplaats in het groen met uitzicht op zee, waar veel surfers zich uitleven op de pittige golven. Wij hebben daar toen zo fantastisch gestaan, dat we deze plek toch niet wilden laten liggen. En na zo’n vreselijke nacht als vandaag waren wij wel toe aan een sappig groen weitje en het ruisende geluid van de zee.
Vol verwachting klopte ons hart toen we bij het dorpskerkje rechtsaf gingen. Zou de parkeerplaats er nog zijn? Zouden we er nog op mogen of hadden ze hier nu ook een slagboom? Allemaal niet, het was erg rustig en we konden er gewoon op. Gaaf! Nu nog een zonnetje en het wordt helemaal top. We keken om ons heen waar we het beste konden gaan staan, want wij slapen toch het liefst in een bed wat redelijk horizontaal ligt. Gisteren stonden we scheef en aten we ook nog doperwten, wat een zooitje. Ze rolden gewoon van je bord af!
We besloten aan de buitenkant van het grindpad te gaan staan. Gerard wilde er achteruit inparkeren en we reden iets naar het midden van het veld. En toen begon het gedonder. “Help!” We verloren grip en begonnen nogal te slippen. Ai, dit gaat niet goed! Gerard besloot uit te stappen en met antislipmatten aan de gang te gaan. Twee achter de wielen en twee ervoor. Ik mocht het stuur overnemen. Steeds 40 cm naar achteren en één meter vooruit. Net de Belgenpas uit de samba. Die gaat alleen wat soepeler dan dit. “Ja, iets naar achteren en… kom maar!” Na tig van deze manoeuvres uitgevoerd te hebben onder veel bekijks van de andere camperaars, was het na dik een half uur klaar. We kwamen geen steek meer verder. Chips! We besloten de oprijdblokken achter de voorwielen te zetten, hier achteruit op te rijden om zo met iets meer vaart vooruit te komen. En daar ging ik weer. Aanvankelijk leek dit wel eens de doorbraak te kunnen zijn, maar al snel vlogen de slipmatten meters ver alle kanten op. “Aaaaah!” Lieve hemel, knalde ik ook nog van de blokken af!" Dat was best schrikken. Het was echt absurd glad. En nadat ik nóg twee keer hard van de blokken afschoot, omdat ze in de modder stonden te glijden was het klaar. Verder gaan heeft geen zin, anders draaien we nog meer vast.
Nou, daar sta je dan te midden van een groep surfers, die nonchalant met hun peuk naar deze soap stonden te kijken. Gelukkig was er ook een lief Duits gezin met drie kinderen dat graag wilde helpen. Ze dachten dat het een goed idee was, als ze met zijn allen bij mij voorin zouden komen zitten zodat we meer gewicht op de vooras en dus grip zouden krijgen. Verstappen zou met deze verbeterde downforce toch weer wat seconden winnen per ronde. Goed plan, heel gezellig ook, maar ook dit idee had niet echt resultaat. De Duitse buurman die enthousiast met Gerard met de matten bezig was, adviseerde om achteruit te gaan rijden, dan zouden we krachtiger zijn. “Goed het gas erop houden en vooral niet remmen!” Nou daar zit je dan. En toen waren er ineens drie schreeuwende kerels met tegenstrijdige adviezen en dan moest ik ook nog onze vier camera’s en de gasten die enthousiast om ons heen liepen in de gaten houden. “Harder!” “Naar links!” “Oh nee, naar rechts draaien!” Gas erop! Nu!” En aanvankelijk ging het best goed. Ik had grip en was al halverwege. “Yes, ik ga die bak er uit rijden!”Maar toen kwam er toch wel een groot wit vlak (andere camper) vrij dichtbij en begon ik ook weer te slippen. “Ah nee hè, wéér niet gelukt!”
Een nieuwe man betrad de modderarena. “Je moet nog één keer een stukje naar voren en dan zo hard als je kunt achteruit, dan ben je er.” Hoe hij het bracht, klonk het allemaal best simpel. Maar, ik weet het nog zo net niet, want ik wil niet aan de randen van het heuvelende veld komen. Dan heb je echt een probleem. “Zal ik het anders even doen?” En nog voordat ik ja of nee had gezegd, zat ik ineens op de bijrijderstoel en racete de behulpzame maar iets te onbesuisde Rus met mij vooruit over het veld. Gierende banden, loeiende versnellingsbak en hoog opspattende modderfonteinen. “Wat is hij in hemelsnaam aan het doen? Ik moest toch achteruit?” Waarom rijdt hij dan als een gek vooruit en neemt de bocht veel te wijd richting het aflopende gedeelte? “Help, stop, remmen!” Maar dat had hij zelf ook wel in de gaten. “Iek heb kleine foutje gemaakt!” Nou, dat noemen ze in Holland nu een understatement. En dan die stank van brandend rubber! Niet te harden.
En potverdorie, het was niet ‘een kleine foutje’ maar het was veel erger! Het was zo mis dat we én in een hele foute hoek van het veld waren geschoven en ook nog op de helling waren gekomen, die ik nou net angstvallig vermeden had. Jemig, wat stonden we scheef! De mensen om ons heen snapten niets van deze actie. Nou wij ook niet. Maar hier stonden we dan. Hartstikke scheef op een kletsnat, glibberig veld waar al twee mensen onderuit gegaan waren. We konden niet meer vooruit want dan zouden we een meter naar beneden duiken en alle andere opties waren ook uitgesloten. Nou lekker dan, daar staan we weer. Slechter dan ooit. Aanvankelijk had ik de ernst van de situatie niet eens helemaal door, omdat ik een leuke vriendin aan de lijn had. Tja, we staan best wel een beetje scheef , maar moeten we hier nu een hulpdienst voor bellen? “Geer, zal ik anders nog een stukje achteruit proberen te rijden?” Dat leek hem geen goed idee. “Maan, kom maar even naar buiten, dan kun je het zien.” Nou, dat heb ik geweten. Niet te geloven dat ik al die tijd gewoon in de camper was blijven zitten! Maar ja, ik dacht, dat als er wat gebeurde het wel handig zou zijn als iemand dan meteen op de rem kon trappen of zo. Ik ben me echt wezenloos geschrokken en werd à la minute heel bang. “Jemig! Kan er nu echt helemaal nooit eens iets normaal gaan tijdens een vakantie?” En zelfs nu, midden in de nacht ben ik nog steeds misselijk, van slag, heb ik het steenkoud en lig ik al uren hevig te trillen. En slapen? Ho maar. Ik zie ons alleen maar glijden. Het lijkt Sardinië wel. Toen we net gered waren, zag ik ook dagenlang alleen maar snelstromend water. Vandaar dat ik het verhaal nu maar opschrijf. Misschien helpt het.
Maar goed, terug naar het misleidende groene, schattige bergweitje aan zee, wat een gevaarlijk glibberveld bleek te zijn geworden. Gerard belde de ANWB-alamcentrale waar we een hork van een vent aan de lijn kregen na een half uur wachten. Hij wilde niet helpen, want we stonden niet op een verharde weg. Tjonge, jonge, maar we stonden wel op een officiële parkeerplaats van de gemeente! Oh, toen kregen we dan een paar telefoonnummers van garagebedrijven uit de omgeving. Gerard heeft er een paar gebeld, maar er sprak niemand Engels of Duits. Belachelijk toch dat die ANWB dat niet regelt. Waar ben je verdorie anders voor verzekerd?
Tja, wat nu? Onze superlieve Duitse buren boden aan om lopend naar de camping wat verderop te gaan om hulp te halen. De receptioniste heeft wat rondgebeld, maar niemand wilde helpen. Geen tijd, geen zin, bijna weekend (het is maandag, maar goed), er is een feest in het gemeentehuis enz. De beheerder van de camping had weliswaar een trekker, maar hij durfde het risico niet te nemen om ons te slepen. Als het misging en de camper om zou slaan, en die kans was zeker aanwezig, dan zouden zij er niet voor verzekerd zijn, dus deden ze maar niets. Ik snap het wel, maar het voelt echt waardeloos! We staan zó scheef dat we er niet eens meer in durven. Zelfs niet om maar een jasje of iets te eten te durven pakken. Het risico op omslaan of wegglijden was echt te groot!
Terwijl wij licht wanhopig naar de camper stonden te staren met de moed in onze badslippers, kwamen de Duitse buren weer naar ons toe. Ze waren zo verbaasd over ons. Ze vonden ons zo lief? "Huh, hoezo dan?“"Ja, jullie blijven zo aardig voor elkaar en leuk met elkaar omgaan. Veel anderen zouden nu helemaal boos worden en doordraaien!" Nou, dat was nog niet in me opgekomen. Maar altijd leuk om te horen.
Inmiddels was de eigenaar van de betaalde parkeerplaats gevonden dankzij de assertiviteit van onze Duitse buren. Zij hadden onderweg een Spaanse vrouw met hond aangesproken, de situatie uitgelegd en de factuur laten zien. “Ah, maar ik ken die man en ze besloot hem meteen te bellen. Zo gezegd, zo gedaan en even later kwam Gerard met de buren weer op het veld lopen om te vertellen dat de eigenaar er binnen tien minuten zou zijn. Het slechte nieuws was, dat de man nogal humeurig was. En dat was nog aardig gezegd...
En wat denk je? Was het die stomme gluurder die al een paar keer met zijn blauwe koekblik langs was gereden en het vertikte om iets te doen! Geld ophalen kan hij wel, maar zodra er iets is, weet hij ineens van niets… Hij zei dat hij geen trekker had en misschien morgenmiddag wel weer even terug zou komen. “Wat? Morgenmiddag? Wat denk je zelf? Wij kunnen zo niet weg rijden man, en we durven er ook niet meer in te stappen, laat staan slapen!” “Ja, dat is dan jammer! Je hebt hem er zelf zo neer gezet!” Ik werd nu echt nijdig. Ten eerste had ik hem daar zelf NIET neergezet, maar ik wilde onze buurman ook niet meteen verraden. Op advies van mijn vriendin gooide ik dan toch maar de rolstoel in de strijd. “Ik kan amper lopen, kan niet eens mijn rolstoel uit de camper halen en waar moeten wij vannacht dan heen? Ondanks dat de mensen op het terrein hierdoor nóg meer pro ons werden en de algehele verontwaardiging nog een paar graadjes steeg, gaf de eikel nog steeds geen sjoege. Waarschijnlijk een import Spanjaard. Hij liep doodleuk naar zijn auto en wilde weer gaan. “Oké, dan bekijk je het maar en ga ik nu de politie bellen!” Toen ineens kwam er heel veel actie en veranderde de situatie volledig. De mannelijke doornroosje en dan vooral die doornen, kwam tot leven. Er werd druk getelefoneerd en binnen tien minuten reed er een trekker het veld op. Maar wat een kleintje! Ik heb ooit op een klein Deutz trekkertje leren rijden, maar dit was echt een niet overtuigend modelletje. Ik had er een hard hoofd in. Keihard zelfs. “Wie gaat wie hier nu trekken?”
De chauffeur van dit miniatuurtje was in ieder geval wel aardig, maar niet zo handig. Hij wilde de sjorbanden aan het verkeerde oog vastmaken, wat meteen kapot getrokken zou worden. Gelukkig stond hij open voor hints. Eindelijk zat de band dan goed. "Starten maar!"Hand in hand met de lieve Duitse buren keken we gespannen toe. Zou het lukken?
Er was ons dringend geadviseerd om een professioneel bedrijf in te schakelen omdat we te zwaar waren en te scheef stonden, maar inmiddels was het 18.00 uur geweest en we konden het risico niet nemen om nog langer te wachten. Laat staan een dag! Wat als er nog een bui zou vallen? We staan al zo scheef en het achterste wiel zoog zich al hartstochtelijk klef vast in de modder. In Comillas bij de pier hadden we bij het terras waar we wat gedronken hadden, een heel groot gat gezien. Het zand onder het terras bleek door de regen te zijn weggespoeld en een plaat van drie bij vijf meter was metersdiep naar beneden gestort. En zo kan het hier ook gaan. De ondergrond is zand. Het is al spek- en spekglad en wat gebeurt er als het straks wéér gaat regenen. En ja, er stonden volgens buienradar nog wel een paar flinke buien op de planning. Dat betekent dat we dan zeer waarschijnlijk gaan meemaken dat we onze camper zullen zien omklappen. Er was haast geboden en niet te weinig ook. Over twee uur is het donker en dan moeten we van die helling af zijn!
De vele mensen op het terrein waren allemaal bang. “Das geht schief, you really have a big problem, vermengd met nog wat Spaanse en Russische kreten. De bestuurder van de trekker zag ook wel in dat dit echt geen nacht meer kon wachten, vandaar dat hij het licht wanhopig ging proberen. De kettingen werden vastgemaakt en heel voorzichtig begon de trekker te rijden. Rinkel de kinkel en daar lag de ketting al gebroken op de grond. Niet echt verwonderlijk, want het was een oud, roestig, vrij dun dingetje. Ook de tweede poging mislukte al snel. Maar dat was ook niet echt verrassend want de trekker was alweer begonnen te rijden, maar hij had niets gezegd en wij stonden nog op de handrem. Dit gaat lekker. Lang leve de communicatie.
Inmiddels was er ook een Belgische man bij komen staan, die weinig vertrouwen in de operatie had. “Dit gaat echt niet lukken hoor. Op deze manier kost het je je camper. Jullie moeten er achteruit uit getrokken worden! Ten eerste hadden we aan de voorkant bijzonder weinig ruimte en ten tweede hadden we gelijk de bocht om gemoeten en dan ook nog heuvelop. De kans dat de achterkant dan helemaal weg zou glijden, zou alleen maar groter worden. Tja, daar zit wel wat in. Heel veel zelfs. De nukkige parkeerman, die eindelijk toegaf dat het toch wel een flink probleem was en hij er aan het eind van het liedje aansprakelijk gehouden zou worden, had inmiddels iemand laten komen met sterke sjorbanden en nu werd alles wat ze hadden, inclusief nog een stel kettingen, stevig aan de achterkant gebonden. Maar ja, achteruit getrokken worden was ook bloedlink, want we stonden zó scheef! Drie grote, zware mannen gingen in de deuropening en bij de cabine hangen als tegengewicht. “Oh God, help, want als deze poging niet lukt, zijn we goed de klos en kan onze camper door naar het autokerkhof!"
En eigenlijk waren alle mensen van het terrein bang. Iedereen wist dat deze kans MOEST slagen, anders waren we de camper kwijt. Met de lieve meiden van de buren stonden wij hand in hand te trillen op onze benen. “Kijken we wél of doen we onze ogen dicht?” “Ben jij ook zo bang, zou het wel gaan lukken?” De spanning sneed als een snelsnijdend zwaard door de lucht. We hadden geen enkele professional en de tijd tikte rap in ons nadeel weg. En de volgende bui zou ook niet lang meer op zich laten wachten. Het was echt doodeng om te kijken. Maar ik wilde me ook voor die lieve meiden goed houden. Mijn hart bonkte als een idioot, mijn maag maakte driedubbele salto’s inclusief schroeven, waar Simone Byles jaloers op zou worden, op mijn zenuwen kon je een compleet kerstdorp laten branden en mijn spieren kon ik amper nog in bedwang houden. Daar gaan we dan. Alles zit vast, de mannen hangen weer allemaal aan de camper en de volgende poging gaat weer beginnen. De trekker was nog maar nauwelijks gestart of de eerste ketting brak al. Maar, we waren nog niet omgeslagen en al een meter of wat naar achteren gesleept. En jawel ook de tweede ketting begaf het met veel kabaal! We zitten er nog maar aan eentje vast. En ook die brak. Intussen waren we echter wel weer wat verder naar achteren gesleept. Maar nu? Drie gebroken kettingen en meer had hij er niet. Gelukkig stonden we wel iets minder scheef. Er werd besloten om de paaltjes langs het terrein eruit te wrikken om zo via de zijkant weer op het pad te komen. De onbesuisde maar doodgoede Rus, die zich zo schuldig voelde omdat we door zijn actie zo’n dramatische middag hadden, bood aan om de camper van het scheve terrein te rijden. Hij wilde ons zo graag helpen! We stonden nog niet geweldig, maar zeker een stuk beter. “Oké, let’s go. Stap maar in en doe voorzichtig!” En jawel, daar ging onze Dmitri. Heel behoedzaam reed hij het laatste stukje eraf en dat ging goed!!!!Er werd geapplaudisseerd en er steeg luid gejuich op van het veld. Hoera! Deze reallifesoap had een happy end en zeer goede kijkcijfers! Maar wat ons betreft komt er GEEN deel twee!
Man, man, ik voelde me echt kilo’s lichter. Wat een drama, wat een spanning en wat een ontlading. Wat waren we blij en dankbaar. Ze zeggen dat ieder mens een beschermengel heeft. Ik denk dat wij een heel leger hebben. God dank dat het zo goed uitgepakt heeft. Anders hadden we morgen met het vliegtuig naar huis gekund.
-
06 September 2024 - 14:21
Jenny:
[e-1f631] gelukkig zijn jullie losgekomen
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley