52. Eerste deel van de bergpas
Door: Maan
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
19 Oktober 2019 | Albanië, Vuno
Ook vandaag was het fantastisch weer en om 10.00 uur lagen we in het water. Heerlijk! Dit hadden we veel meer willen doen, maar dat ging niet anders. We vermoeden, dat het wel eens de laatste keer kan zijn, dat we zwemmen. We hadden nog weken langer willen reizen! Begin je net een beetje te ontspannen, moet je weer terug! Gerard heeft nu al steeds buikpijn en soms weer steken bij zijn hart. Die rot lui op zijn werk ook! Vandaag nog maar even proberen lekker te genieten. En dat samen zwemmen was echt top!
“Maan, moet je eens komen kijken!””Huh, wat kan hij een meter verderop nou zien, wat ik hier niet kan zien?” Verbaasd zwom ik naar hem toe. Er bleken twee kleine (10 cm) platte vissen bij zijn voeten te zwemmen. Een soort rog, maar dan klein. Nou, je moest wel heel goed kijken, want eerst dacht ik dat de stenen bewogen. Jemig, wat hebben die beesten een fantastische schutkleur!
Tegen 12.00 uur reden we weg. We willen flamingo’s boven Vlorë gaan spotten. Maar eerst moesten we met koude motor meteen steil de berg op. Hellingen van 10% zijn meer regel dan uitzondering. Ook vandaag vonden we de Albanese rivièra niet boeiend. Gaap. Geef ons dan maar al die ruige bergen waar we over en langs rijden. Op een gegeven moment waren we in het plekje Vino, waar de weg overging in klinkertjes en we strak tussen de huizen doormoesten. Het was zelfs voor Albanese begrippen erg smal, want het werd gelukkig met stoplichten geregeld. Aangezien het groen was, reden we door. Krijgen we vlak voor het eind een tegenligger, die heel boos begon te toeteren. Tja, in Holland rijdt men door bij groen. Toen we ‘zijn’ stoplicht passeerden, bleek dat echter ook op groen te staan. Tja, dat is dan weer lekker geregeld. De rode lampjes waren zeker op.
Ook aan de kust hebben veel huizen een grote waterton op een stelling op het dak staan. Alleen hier staan er heel wat vaker zonnepanelen bij. De kust wordt in rap tempo volgebouwd, maar je bent nog geen rij achter de hotels of het leven van de gewone, arme man begint weer. Hier een kudde schapen, daar een met geiten en af en toe een ezeltje.
Het volgende dorp zag er geweldig uit. Een soort klein Berat. Dit is de stad met de 1.000 ramen. Helaas hebben we geen tijd meer om deze te bezoeken. Maar ook dit dorp had er wel wat van weg. Allemaal witte huisjes met (dichte) houten luiken, die tegen de berg aangeplakt leken. Het was een mooi gezicht en we hebben - denk ik - nu toch een vleugje Berat opgedaan.
Bij de plaatselijke Buke (bakker) hebben we brood en een bladerdeegpunt gevuld met warme feta gehaald. Heerlijk! Ik zal die fetagerechten thuis nog gaan missen! Vanaf Ksamil tot nu toe zien we veel meer tekenen van het bijgeloof waar ik in een van de eerste stukjes van Albanië over geschreven heb. Overal hangen strengen knoflook en vooral veel grote knuffels om het boze oog maar van het betreffende huis af te wenden. Nou jongens, dat helpt echt niet. Mijn huis ligt vol met beren en andere knuffels! En om die nu allemaal aan de pergola te gaan hangen? Ik slaap er nog een nachtje over.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley