50. Hoezo dwars door Montenegro?
Door: Maan
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
13 September 2017 | Montenegro, Nikšić
De weg naar boven haalden we vandaag zowaar in één keer. We konden er onderweg zelfs nog een paar keer uit om foto’s van het knusse Karuc en de feeërieke omgeving te maken. Hopelijk zijn ze deze keer wel gelukt. Wat is het hier schitterend!
De weg was al open en we konden doorrijden. “Hé, een schildpad! Kun je even stoppen?” Maar helaas, we hadden iemand achter ons zitten en moesten door. Even later, toen we van de weg alias fietspad af waren, zagen we een stukje land vol lila orchideeën, die erg op krokussen lijken. Gaaf!
Had Gerard net de ruit heel goed schoongemaakt, zodat we niet al te veel vliegen in photoshop weg hoeven te werken, ging het regenen! Jemig, ik dacht dat we daar de eerste vijf dagen vanaf zouden zijn! Ook vandaag lieten we Podgorica weer mooi links liggen. De enige bezienswaardigheid schijnt een moderne brug te zijn en die zagen we fijn vanaf de weg al liggen. Podgorica is een snelgroeiende stad die in enkele jaren van 60.000 inwoners naar 200.000 is gegroeid. Noord-Montenegro loopt massaal leeg omdat er daar geen werk te krijgen zou zijn en de winters er steenkoud zijn.
Gisterenavond had ik in de reisgids zitten lezen en een stukje over een oude brug gevonden. Misschien kunnen we daar een kijkje gaan nemen, want anders hebben we de hele dag alleen maar kilometer vreten. Althans, dat dachten we. We gingen van de doorgaande weg naar Niksic af richting Danilovgrad, waarboven het gehucht Vis moest liggen met zijn oude brug. Ineens zagen we een rivier met prachtig smaragdgroen water naast ons. Wauw! Dat is zó mooi! We hebben trouwens nooit geweten dat we in Europa zo veel van die schitterend gekleurde rivieren hebben! Even verderop zagen we er allemaal vlotten met netten tegen elkaar aan liggen. Wat zou dat nu zijn? Toch geen nederzetting?
We namen er een kijkje. Wat een spul! Er was een huisje of schuurtje waar een groot gordijn uit lang vervlogen tijden voor hing. Twee mannen zaten in een soort restaurantje aan een tafel en de derde hing op een gammele stoel in een vaag hokje. Toen wij er aankwamen pakte hij meteen de weegschaal. Hij dacht, denk ik, dat we vis wilden kopen. Hij sprak geen Engels, maar gelukkig hadden we vanmorgen onze eerste Montenegrijnse les onderweg gedaan en kon ik vragen waar de oude brug was. Wat denk je? Tien meter richting water lopen en dan naar rechts kijken. Wat een mazzel dat we dit spulletje zagen, want de brug bleek ook nergens anders meer te zien te zijn. Hij was oud, mooi en bestond uit twee hoge stenen bogen en stond in een lieflijk landschap van fris groen gras, wat zand aan de oevers en veel bomen. Een leuk plaatje.
Daarna wilden we via de oranje weg op de kaart naar het bekendste klooster van Montenegro gaan rijden. Nou, daar was niets oranjegs aan. Dit had een wit weggetje op de kaart moeten zijn en was totaal niet geschikt voor een camper! De weg was ontzettend smal, steil en had af en toe van die fijne haarspeldbochten. De granaatappels tierden hier bijzonder welig en het werd al snel duidelijk dat hier nooit een camper of vrachtwagen reed. We moesten ons in zijn één letterlijk een weg zien te banen door deze fruitwildernis. De takken schuurden en piepten over het dak en langs de kanten. Snoeien had geen zin, want dan hadden we nu nog op die weg gestaan. Het weggetje bleef maar stijgen en even later reden we toch langs een flinke afgrond! Uiteraard geen vangrail, want die staan nooit langs een fietspad. En dan duikt er ineens een schoolbus op, die niet weet wat hij ziet. Nou, wij ook niet. Gelukkig was daar net even geen steile afgrond en konden we met moeite passeren. Er zijn alleen wat granaatappels gesneuveld, denk ik.
En deze weg c.q. kermisattractie, waar later ook nog allemaal flinke kuilen in zaten, duurde wel twaaf kilometer! Nou dat was echt lang, want we gingen meer stapvoets en zwoegend, dan ‘normaal’ rijdend. Pfff. Zo komen we nooit in Noord-Montenegro! Het land is best toeristisch maar de infrastructuur is er totaal niet op ingesteld. De wegen zijn eigenlijk alleen geschikt voor trekkers, schaapherders, ezels en Trabanten. Wat een rit!
En ineens liep er weer een schildpad over de weg. Nu konden we wel even stoppen. Gerard had het dier net opgetild, want hij kwam niet over een stenen randje en wat denk je? Zit er iemand achter ons. Maar gelukkig had ik nu eindelijk een foto en zelfs een kort filmpje!
En waar denk je waar we helemaal boven aan de weg uitkomen? Bij een spoorlijn inclusief stationnetje, wat zo te zien zwaar verlaten is. Dat verwacht je toch niet? En boven ons vloog een adelaar.
Vlakbij zou het beroemdste klooster van Montenegro liggen. Het klooster van Ostrog. We hadden gelezen dat het er druk was en je boven niet tot nauwelijks kon parkeren. Bovendien lag het aan een wit weggetje wat gelijk staat aan het slechtste van het slechtste. Nou, oranje (een na beste) was al een nachtmerrie, laat staan wit…. Een half uurtje lopen om het gevoel van een pelgrim te krijgen behoorde ook niet tot de opties, want ik had weer erg veel pijn in mijn knie en voet. Bovendien is mijn oog ontstoken en zat hij vanmorgen helemaal dicht. Voel me net een piraat. Ik heb hoofdpijn en ben erg moe. We hadden eigenlijk geen zin in een rondleiding waar we toch niets van bakten en zouden het dan ook overslaan. Maar nu we toch zo dichtbij waren, konden we die laatste twee kilometer ook nog wel doen. En de weg naar het klooster was meteen heel goed, een stuk breder en ook veel drukker. Even later reden we al langs een rij stalletjes waar de heiligen op de iconen je al met honderden tegelijk aankeken. Maar ook de stalletjes met wijn en honing waren er vertegenwoordigd. Zodra we het klooster zagen liggen, zijn we gestopt. Lang leve de telelens! We moesten wel stoppen want een monnik in pij met lange baard sjeesde ineens de weg op. Trouwens, wij gaan die laatste 3 kilometer echt niet weer steil naar boven kronkelen.
Het klooster ligt hoog verstopt in de bergen. Daar is een stuk rots weggehakt en ooit dit klooster gebouwd. Hier komt vast de term monnikenwerk vandaan. Want jemig, wat een klus is het om boven te komen. Die Montenegrijnen zijn ontzettend goed in het bouwen van kloosters op zeer moeilijk te bereiken plaatsen. De eerste week hadden we dat al op vele eilandjes gezien en nu dus ook hoog in de bergen over hopeloze wegen.
Het begon te regenen en we hadden een apart uitzicht. In de verte een donkere berg en daar vlak boven een al even donkere wolk. Ze werden nog net door een smal stukje blauw gescheiden. Na dit bliksembezoek gingen we gelukkig over een stuk betere (een rode) weg naar het noorden. In Niksac vonden we vrij gemakkelijk een supermarkt waar we goed ingeslagen hebben voor de komende dagen, want op de kaart hadden we wel gezien dat er daar maar weinig dorpjes liggen. Dat wordt nog zelf koeien melken voor de havermout!
Ik was blij dat Gerard kilometer ging vreten, want dan kon ik even liggen. De pijn en de warmte putten nogal uit. De weg was aardig, de omgeving vol bergen die steeds kaler worden en af en toe een huisje. De weg ligt hoog en het wordt fris! Zo fris dat de raampjes sinds weken dichtgedraaid zijn en we bij een uitloper van een meer met onze vesten aan staan te kijken! Zo meteen moet de kachel ook nog aan?!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley