35. Bloed, zweet en tranen
Door: Gerard & Manuela
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
07 Augustus 2008 | Bulgarije, Ardino
Zo gezegd, zo gedaan… De eerste kilometer was nog geasfalteerd, maar daarna ging het pad over in zand en grind. Geen probleem, dat zijn we wel gewend.
Het pad werd smaller, ging omhoog, dan weer steil omlaag en de grindsteentjes gingen over in keien. We hebben al veel 'off-the-road' wegen met de camper gereden, maar dit was echt het slechtste pad ooit. Hobbel de hobbel, van links naar rechts. Alles in de camper kreunde, steunde, rammelde of rolde. Wat een herrie. Stapvoets ploegden we voort over deze hindernisbaan. Zou ons servies nog heel zijn?
Na iedere bocht hoopten we er te zijn, hoewel de kilometerteller zei van ‘doe even reëel, je moet er zeker nog 4’. De struiken en bomen, links en rechts van de weg, kwamen steeds dichter naar elkaar toe. Zo dicht dat we er op een gegeven moment niet meer doorkonden. Teruggaan was geen optie, omdat we nergens konden keren en bovendien waren we al zó ver gekomen.
Dus dan de snoeischaar maar gebruiken. Bij de wat dikkere takken moest er echter zwaarder geschut alias brute kracht aan te pas komen. Kortom het werd handwerk. Als echte camperaars zijn we op alles voorbereid, maar een kettingzaag ontbreekt nog in ons assortiment. Als we thuis zijn, ga ik toch eens shoppen bij de Praxis. Ons kennende komen we vast nog wel meer op zulk soort weggetjes.
Eén boom vonden we nog wel grappig om te doen, maar een heel pad met achterstallig snoeiwerk werd toch minder. Maantje besloot na tak 13 dan ook maar voor de camper uit te gaan lopen met de snoeischaar. En zo zag ik haar regelmatig in de bomen springen en klimmen en reed ik er stapvoets achteraan. Zo baanden we ons uiterst langzaam weer 2 km verder door het dicht beboste oerwoud.
Na bocht 666 ging het pad vol gaten en hobbels ineens steil naar beneden. Hier konden we echt niet verder. Het was absoluut zwaar onveilig en niemand die ons hier de eerste weken zou vinden. De kuilen waren echt veel te diep. Met de pioniersschop hebben we nog geprobeerd om de weg te effenen, maar het bleef beroerd en veel te gevaarlijk.
Help! Paniek! Geen vangrail en als we hier gaan glijden… dan zijn we nergens. Wat moeten we nu? Vooruit is te gevaarlijk, maar achteruit is ook geen doen. Ooit halverwege een afdaling gestaan met een loeizware auto en dan besloten om achteruit naar boven te gaan? De handrem bezweek zowat onder de duivelse krachten hier. We voelden ons volledig klem staan. Hoe komen we hier ooit uit? Ik had zoiets van ‘laten we dan maar naar beneden gaan, wat kunnen we immers anders?’ Maar Maantje was hier faliekant op tegen. Nee, we moeten terug. 1-0 voor de duivel. Maar dit is wel zó frustrerend: uren aan het zwoegen, zóver te zijn, onder je de rivier al te horen ruisen en dan niet verder te kunnen.
De tijd tikt door. Het is 20.15 uur en over 3 kwartier is het is pikkedonker en langs deze nachtmerrie is geen lichtje te bekennen. Dan maar in zijn achteruit. Manuela ging achter de wagen lopen om me terug te loodsen, heuvel op. Nadat tot tweemaal toe de motor afgeslagen was, kwamen de tranen in mijn ogen. Van frustratie en wanhoop. We kunnen niet vooruit en niet achteruit. Hoe komen we hier in hemelsnaam ooit uit? Zo meteen moeten we ons hier morgen nog weg laten slepen.
Maar zo gauw geeft Maantjelief het niet op. Met de vechtlust van een terriër beet ze zich in dit rampenplan vast. Heilig van plan om het zelf op te lossen. “Kom op Geer, probeer het nog een keer. We staan al iets minder beroerd!”. Gelukkig kregen de banden nu wel grip op het pad en begonnen we aan de terugtocht, bergop en achteruit. Maantje coachte me meter voor meter terug naar de bewoonde wereld. Eén klein voordeeltje hadden we; de bomen waren al gesnoeid.
Na anderhalve kilometer was er een plaats waar we zouden kunnen keren als er niet een paar irritante ‘sta-in-de-weg bomen zouden staan. Hier moesten we ons maar eens op gaan uitleven, want in nog 7 km zo rijden en lopen hadden we beiden weinig trek. Het onderste gedeelte van de begroeiing hebben we gesnoeid of afgebroken. Daarna ging Manuela met haar volle gewicht aan de dikke takken hangen en probeerde ik op de daardoor ontstane wegverbreding, zonder enige stuurbekrachtiging straatje te keren.
Na tig keer voor- en achteruit (voor mij een greppel, en achter me een ravijn), vele zenuwslopende minuten en het bloed in Manuela’s handen, stond de camperneus dan toch eindelijk weer in de goede richting.
Zo, nu was het 1-1. Maar de duivel gaf zich niet zo snel gewonnen. Ineens was het donker, en wij zaten nog steeds op zo’n klote pad. Je moet er toch niet aan denken om nu een lekke band of motorpech te krijgen. Deze pechgedachte heb ik echter direct gewist, want de ervaring leert dat zulke spontane gedachten bij mij meestal uitkomen en snel ook.
Met het verstand op nul en de blik op oneindig reden we tergend langzaam en flink hobbelend weer terug. Gelukkig is Manuela een echte doorzetter. Al had ze me het hele pad achteruit moeten loodsen, dan had ze het gedaan. Opgeven staat niet echt in haar woordenboek.
Drijfnat van het zweet, het bloed in onze handen en tranen in onze ogen, bereikten we tegen tienen de bewoonde wereld. Wat een nachtmerrie.
We staan nu aan de stadsrand, naast een communistische betonkolos. Waarschijnlijk wel in de gribus. We hopen er het beste van en barricaderen alle deuren. De knuppel ligt naast ons bed. Mocht die duivel nog een keer zijn kop om de deur steken, in welke gedaante dan ook, dan gaat hij er gloeiend aan!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley