38. Een lastig mannetje
Door: Manuela
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
09 Augustus 2008 | Bulgarije, Kurdzjali
Net toen we dachten voor de vierde keer fout te zitten en ons al afvroegen in welk land (Griekenland of Turkije) we uit zouden komen, zagen we het bordje Armira staan. Hier moet één of andere opgraving te bezichtigen zijn. 500 Meter verder stonden we op de parkeerplaats, maar helaas bleek het spul net dicht te zijn. Omdat het inmiddels tegen 18.00 uur liep, bedacht Gerard dat we hier wel eens konden overnachten. Ik was niet onverdeeld blij met dit voorstel omdat ik hier een rare kerel zag lopen, die de hele tijd dichtbij ons kwam staan en irritant in het Bulgaars tegen ons stond te koeterwalen, waar wij toch overduidelijk geen woord van konden verstaan. Hij raakte me zelfs al aan. Gadver. Gelukkig kwam er na ons nog een Yugo vol toeristen aan, met wie hij wel kon praten. Nadat wij het rondje om het gebouw gedaan hadden, zagen we hen weer bij de ingang staan. Gerard vroeg aan een vrouw, of we hier misschien konden overnachten. Ze sprak gelukkig wat Engels en vertelde dat die ‘rare’ man de bewaker was en dat het geen enkel probleem was. Nou mooi, dan doen we dat maar.
Omdat we vrij scheef stonden, recht staan schijnt in dit land sowieso niet tot de opties te behoren, besloten we de camper op een blok te zetten. Terwijl we hiermee bezig waren, stond de bewaker het geheel eens aandachtig te bekijken en liep toen weer weg. Há, was dat maar waar. Toen begon het geblabla weer. Na enige tijd dachten wij ons met goed fatsoen terug te trekken in onze zweethut. Hopelijk gaat hij nu naar huis. Helaas, dat deed hij niet. Even later kwam hij bij de deur staan. Hij had een nieuw soort groente bij zich; een gele bol, wat ook fruit kan zijn en een paar artistiek aandoende tomaten. Vreselijk aardig, dat wel, maar ik kreeg het inmiddels aardig op m’n heupen van die man met z’n legerbroek, doodskoppenshirt, ultrakorte kapsel en zwarte zonnebril op. Het was overduidelijk dat hij zo’n camper op zijn terrein maar bar interessant vond.
We zaten net aan het bier, toen hij wéér kwam. Of we elektriciteit of zo wilden. Nee, dat is niet nodig. We vinden het hier nog niet zo prettig staan en willen ons letterlijk noch figuurlijk binden aan wie of wat dan ook. Zo meteen gaat dat huis op slot en kunnen wij niet meer weg. Nu gaat hij vast wel naar huis. Ach nee hè, daar komt hij alweer! Nu kregen we een fles water en een watermeloen. Tevens ging hij nu wel op ons aanbod in om even binnen te komen en wat met ons te drinken. Dan heeft hij het poppetje en het kastje gezien, en hebben wij onze vrijheid weer, dachten we. Ook deze vlieger ging niet op. Chips, ik had me net uitgekleed omdat ik me wilde wassen en mijn verbrande lichaam in wilde smeren. Snel maar weer wat kledingstukken aangeschoten. Precies waar hij ging zitten, lag m’n BH nog. We zijn zwaar in vorm vandaag. Met wat handig voetenwerk heeft Gerard deze wel ergens onder de tafel laten verdwijnen, maar toch.
Het gesprek was weer even hopeloos als een half uurtje geleden. Hij sprak geen woord Engels, Duits of Frans en wij legden blijkbaar de klemtónen van het Bulgaars totaal verkeerd. Het hem zelf laten lezen bleek geen optie, want hij was analfabeet. Ja, hoor, dit schiet echt op! Zelfs iets te drinken aanbieden bleek al een probleem te zijn. ’t Leek me toch niet al te moeilijk. Ik zette een paar soorten drank op tafel, wees ze aan en daarna op hem en een glas. Wat het ook al niet gemakkelijk maakte was, dat als hij ja bedoelde, nee schudde en vice versa. Hoewel we van deze Bulgaarse gewoonte op de hoogte zijn, vergissen we er ons nog dagelijks in.
Na het gejongleer met flessen en glazen bleek het ouzo te worden of hoe het hier ook mag heten. Ik dacht nog dat ik dan maar een borrelglaasje moest pakken, maar in een limonadeglas beviel het hem zo te zien beter. Weer een half uur verder, wat wel dagen leek, begrepen we dat hij vroeg wat voor werk we deden. Gerard vertelde het zijne en ik zei maar dat ik ziek was. Misschien helpt het? Stille hint? Maar nee, we gingen gezellig door. Dit was duidelijk een kandidaat die absoluut niet door de voorrondes van hints heen kwam. Verder dan hallo, goedendag, bedankt en tot ziens komen wij echt niet. En Hollanda natuurlijk. We gingen maar wat dingen vergelijken. De ouzo met de dropshot, die hij ook zeker niet verkeerd vond en de Bulgaarse chips met de Nederlandse stroopwafels. Die gingen er trouwens ook wel in. Hebben we er toch nog iemand mee blij gemaakt.
En het duurde en het duurde maar. Inmiddels had Gerard het halve woordenboek al voorgelezen en ik stiekem m’n moeder al 2x ge-sms’t. Dan denk je een keer vroeg te zijn en een leuk avondje te hebben... En hoe goed de man het misschien ook bedoelde, wij vonden het na enige tijd echt niet leuk meer. Hij had al even naar moeder de vrouw gebeld, dat hij nieuwe kennissen had opgeduikeld en het wel eens een latertje kon worden. Hoeveel platen kan iemand voor z’n hoofd hebben? Wij hadden inmiddels al een keer of twintig luid en duidelijk voorgelezen dat wij GEEN Bulgaars spreken en dat dit een hele moeilijke taal is. “da, da, geen probleem, dan spreek ik wel wat harder.” Oh jongens, houdt dit nooit op? Zo meteen zitten wij al lang en breed in Turkije en zit hij nog steeds achterin...
Op een gegeven moment, de moed hing ons al zwaar in onze schoenen, die nota bene nog buiten stonden, zei ik tegen Gerard, dat hij toch de deur maar moest gaan maken. Zo meteen is het donker en dan kan het niet meer. Ik deed al een heel tijdje alsof ik telkens in slaap viel. Best overtuigend, dacht ik, maar hij vond het alleen maar grappig. Gerard probeerde nog uit te leggen dat de auto kapot was, "problema", maar dit gaf niet. Hij bleef wel zitten en wachten. Oh lekker, zit ik weer met die griezel binnen. Nu wordt het toch weer hoog tijd dat ik heel spontaan wakker word, en iets afgrijselijks vrouwonvriendelijks aan ga trekken. Maar ja, ik kan niet bij de kast omdat hij ervoor zit. Gelukkig ligt onze degelijke knuppel vandaag eens net op de goede plek. Strak onder m’n kussen. En waar heb ik de elektrische vliegenmepper ook al weer gelaten?
Nadat hij nog even gezellig met mij wilden praten, hè was ik ineens toch weer in slaap gevallen, kwamen er ‘God zij dank, er bestaan nog wonderen’ een paar toeristen aan. Nu moest hij wel naar buiten. Hij had z’n hielen nog niet gelicht of Gerard deed meteen de deur op slot en de beugel ervoor. Zo, hopelijk gaat hij nu weg.
En inderdaad ging hij na een tijdje heen en weer geslenter toch weg. Blij toe! Hij zou hier wonen, daar moet je toch niet aan denken? Dat moesten wij na een uurtje toch wel. Hij had alleen even thuis gegeten, maar zou hier de hele nacht blijven. Z’n auto had hij ‘gezellig’ strak naast de camper gezet, zijn honden janken aan een stuk door en hij loopt de hele tijd rondjes om de camper heen. En dat grind knerpt ook zo gezellig. Je krijgt er gewoon de zenuwen van. We durven niet eens hardop te praten, want zo meteen komt hij wéér binnen. Hoeveel vrijheid kun je hebben. Soms, héél soms, is een camping misschien toch wel prettig. Zo één keer per jaar en dan het liefst vandaag bijvoorbeeld. Dit gaat een lange nacht worden. Een hele lange, vrees ik.
Na een tijdje patrouille gelopen te hebben, ging hij in z’n auto zitten, waar hij volgens Gerard ligt te slapen. Jammer dat ik niet helderziend ben, dan had ik een paar slaappilletjes door de ouzo kunnen mixen. Misschien toch eens een speciaal flesje maken. En dan ook meteen maar een paar blikken hondenvoer ermee bewerken. Het wordt de hoogste tijd dat ik wat aandelen in de slaapmiddelenbusiness ga regelen.
Heb je eens een keer contact met een Bulgaar, blijkt hij door bizonkit gesponsord te zijn...
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley