100. Klojo´s in Hajo
Door: Manuela
Blijf op de hoogte en volg Gerard en Manuela
28 September 2008 | Turkije, Ankara
De weg Erzurum – Artvin is in verband met vallende rotsen en stenen niet altijd te berijden. Er lagen nu inderdaad ook een paar flinke joekels op de weg. Gelukkig voor ons waren ze de weg daar net aan het verbreden. Het weer is zwaar matig. Het is grauw en grijs, maar gelukkig nog wel droog. Tja, dat is het nadeel van de hoogvlakte. En zojuist hebben we de eerste sneeuw van het jaar al gezien! Wauw!
Vandaag gingen we weer op zoek naar een paar mooie, oude kerkjes. Onderweg zagen we een bijzonder fotogenieke man langs de weg zitten. Hij had zo´n typisch gebreid mutsje op, sjofele kleding aan en had een flinke schaal vol fleurige, rode tomaten in zijn kraampje staan. De man bleek in een indrukwekkend uitziend boek te zitten lezen.
“Vier tomaten alstublieft. Is dat de Koran?” “Evet.” Meteen daarop begon hij voor te lezen (beetje zingend) en dan niet één regel, nee, meteen een hele bladzijde. Hij ging maar door. Net op het moment dat we afvroegen of we hier nog met tomaten weg zouden gaan, stopte hij. Maar 4 tomaten was helemaal niets, daar had hij niet eens gewichten voor. Dus hup, hup, hup en we hadden ineens weer een hele tas vol tomaten. Misschien kunnen we ze binnenkort nog als afweergeschut voor deze of gene gaan gebruiken? Dat moment bleek helaas veel eerder te komen dan ons lief was. Sterker nog, het lag al op de loer.
Maar goed, we gaan we weer verder. Spoorzoekertje doen naar weer een paar oude Georgische kerkjes. We moesten inderdaad flink puzzelen met alle reisgidsen en de kaart, maar op een gegeven moment wisten we het wel. We gaan weer van de doorgaande weg af. Och, wat een arm dorpje is dit. Ineens zagen we drie winkeltjes. Aan de ene kant zaten de mannen naast elkaar en aan de andere kant stond een groep kinderen. Ze reageerden enthousiast op ons, maar niet vervelend. Dit geeft de burger moed. We rijden verder.
Hoe verder we het weggetje afreden, hoe meer kinderen er achter de camper aan renden. Oh jee, dit is niet goed. Mijn intuïtie sloeg acuut uit naar alarmfase 4. Ze stonden al op de deuren en ramen te kloppen, voordat we goed en wel stil stonden. Zal ik de knuppel voor de zekerheid maar meenemen? Dit vond Gerard iets te enthousiast, maar ja, ik had geen zin om weer geschopt of geslagen te worden. Het begon met het geijkte “Where are you from?” en “What’s your name?”. Daarna werden ze baldadig, moesten ze op de foto en begonnen ze om geld te zeuren. Omdat wij gisteren ook al zo’n rottig akkefietje met die kinderen hadden gehad, besloten we hieraan toe te geven.
“Oké, jullie krijgen geld, maar dan blijven jullie hier op ons wachten en laten jullie ons bij het kerkje met rust. Wij willen daar samen even kijken.” Die vlieger ging totaal niet op. We waren nog niet bij de poort, of het hele spul kwam al joelend en schreeuwend achter ons aan. Het werd op een gegeven moment zo vervelend, dat we de politie hebben gebeld. Omdat ik het van te voren al niet vertrouwde had ik even goed opgezocht waar we waren en hoe het in het Turks heette.
Gelukkig kwam er een oudere man aan, die ons hielp. Hij jaagde het schorem weg en lette daarna op de camper. Toen konden wij (ik inmiddels met bibberende knieën) weer eventjes adem halen en een paar foto’s maken. Maar toch liepen we niet lekker, want in de verte hoorden we het tuig alweer gillen en schreeuwen. Het geluid kwam al snel dichterbij. Omdat ik ervan overtuigd was, dat ze binnen enkele minuten weer krijsend naar ons toe zouden komen, besloot ik naar de er vlakbij gelegen ruïne te sluipen. Daar verschool ik me achter een paar grote stenen.
En ja hoor, daar kwam de jongen met de grootste bek alweer aan. Ik sprong tevoorschijn en maakte meteen een close-up van hem. Hij schrok zich rot, trok de trui over z’n hoofd en rende keihard weg. Daarna begon hij echter met appels te gooien. Zwaar beledigd omdat ik hem doorzien had. Toen hij begreep dat de politie onderweg was, ik goede foto’s had en de voorbijganger hen ook in de gaten hield, keerde de rust weer even terug en konden wij - totaal niet meer in de stemming - weer wat van het kerkje bekijken.
Dit Georgische kerkje, wat niet eens een ruïne is, wordt nu als moskee en Koranschooltje gebruikt en was dicht. De man, onze helper, vertelde dat het over een uur weer openging. Gelukkig konden we ergens door een ruitje gluren om een glimp van het interieur op te vangen. We besloten er niet op te wachten, zo prettig stonden we nu ook weer niet geparkeerd en bovendien willen we vandaag nóg een kerkje zien. We hebben onze tijd hard nodig, want het is altijd weer een verrassing waar ze liggen. Die Georgiërs hielden wel van verstoppertje en een beetje avontuur.
Hoewel het gebouw erg mooi was, reden we toch met een kater weg. Ik kan er gevoelsmatig bijzonder slecht tegen. We hebben ze niets misdaan, wilden (na afloop) wat geven en toch lopen ze je dag te verkloten. Bah. Ik kon ze wel schieten! Jammer, dat ik de tas met tomaten daar niet bij me had.
Onderweg naar het tweede kerkje, zagen we een flinke meute wilde honden op de weg staan. Er bleken er zojuist twee aangereden te zijn. En natuurlijk was de chauffeur niet gestopt. De hufter! Wie rijdt er nu in op een meute honden? Zodra we konden hebben we de camper aan de kant gezet. In een grote bak hadden we water en veel bachbloesemdruppels gedaan tegen shock. Maar toen we de honden bereikten zagen we die ene net zijn laatste adem uitblazen. Hij bloedde ook zo erg. Het liep in stralen uit zijn bek. De andere had zich jankend en met gigantisch veel moeite naar de kant gesleept. Terwijl Gerard de dode hond de kant in probeerde te krijgen met zijn multifunctionele pioniersschop, probeerde ik steeds dichter bij die andere te komen. Op een gegeven moment kon ik zelfs een lepel water in z’n bek krijgen. Hij voelde vast en zeker aan dat wij goede bedoelingen hadden en liet toen alles met zich doen. Maar wat een heftige middag. Bah! Hopelijk hebben de druppels goed gewerkt en knapt hij weer snel op.
Ook de tweede kerk van vandaag was weer heel indrukwekkend. Wel was hij helemaal ingebouwd. De moskee stond er aan de ene kant bijna tegenaan en aan de andere kant de winkel van Sinkel. De binnenkant scheen regelmatig als volleybalhal voor de rondhangende jongeren gebruikt te worden, die irritant om ons heen hingen, stomme dingen zeiden en ons uitlachten. Gelukkig was het bijna etenstijd en lieten ze ons verder met rust. Stelletje dombo's!
De kerk was de moeite meer dan waard. Het zou een Gerardcompilatie van de vorige 3 kunnen zijn. Ook deze had geen dak meer, maar nog wel de toren op de kruisbogen en heel wat pilaren. De fresco’s waren zowat foetsie, maar de versieringen op de buitenkant waren nog erg mooi. Erachter bleek ook nog een ander bijbehorend kerkje of klooster te liggen, waar we per ongeluk in terecht kwamen. Wat jammer, dat het al donker werd en we zeer waarschijnlijk foeilelijke foto’s zullen hebben. Terwijl we daar liepen rook ik ineens de geur (meer stank) van mijn patiënt weer. We besloten nog even terug te gaan om te kijken hoe hij het maakte. Zijn bak met rescuewater bleek omgevallen te zijn. Gelukkig leefde hij nog wel en leek hij ook wat energieker. Toen wij uitstapten was hij bang, maar zodra ik weer tegen hem praatte, werd hij gelijk rustig. Ik was blij verrast dat hij ons nog herkende. Ik hoop toch zo dat hij het haalt!
-
08 Oktober 2008 - 19:33
Berry En Sabina:
we hebben julie verhaal weer gelezen leuk he kinderen gerard gefeliciteerd met je verjaardag en nog vele jaren
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley